Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het doet toch een beetje denken aan protection racketeering. U kent dat wel uit Amerikaanse gangsterfilms: moeten betalen om te zorgen dat een bende je bedrijf niet kort en klein komt slaan. Ik kan me voorstellen dat ondernemers allereerst daaraan moeten denken als ze kennis nemen van de deze week vrijgegeven registratieregels voor de nieuwe .xxx domeinen. Want wat is het geval? U kunt straks vóórinschrijven met een bestaand merk of uw handelsnaam om zo’n domein met voorrang toegewezen te krijgen. Maar u kunt óók inschrijven om te (proberen te) voorkomen dat uw merk of handelsnaam met een .xxx extensie wordt geregistreerd! Tegen een vergoeding, dat wel… Een nobele geste richting puriteinse bedrijfseigenaren? Of ordinaire geldklopperij?
Het is officieel: op 7 september aanstaande begint de registratie voor de nieuwe .xxx domeinen. Dit nieuwe topleveldomein (TLD, vergelijkbaar met .com of .org) wordt ingesteld voor porno-gerelateerde sites op internet. Gisteren heeft ICM Registry (het Amerikaanse bedrijf dat de registratie verzorgt) de inschrijvingsprocedure bekend gemaakt. Die procedure lijkt op het eerste gezicht sterk op die welke destijds bij de introductie van het .eu topleveldomein is gebruikt. Eérst komt er een “Sunrise periode”, gedurende welke voorrang wordt gegeven aan houders van merken, handelsnamen en bestaande domeinen binnen andere TLD’s. Deze periode duurt van 7 september tot 28 oktober aanstaande. Daarna volgt een “landrush” procedure van 8 tot 25 november. Anders dan destijds bij de .eu landrush geldt hier echter niet dat de eerste die registreert ook automatisch het domein krijgt. Dat gebeurt alleen als er maar één gegadigde is voor een bepaald domein. Zijn er meer, dan vindt een “mini-auction” plaats tussen de gegadigden. Pas ná deze landrush-die-geen-landrush-is komen de resterende domeinen vanaf 6 december beschikbaar op een first come, first served basis.
Maar nu de grootste afwijking: gedurende de sunrise periode (dus van 7 september tot 28 oktober) kunnen óók houders van merken en handelsnamen zich melden die niet willen dat hun merk of handelsnaam met een .xxx extensie wordt geregistreerd. Marlboro, Philips, Gucci (maar ook Wieringa) kunnen op deze manier voorkomen dat ze reputatieverlies gaan lijden omdat er een pornosite onder hun merknaam draait. Als ze dat willen, moeten ze gebruik maken van de zogenaamde Sunrise B procedure. In feite ziet die er hetzelfde uit als de registratieprocedure voor de porno-aanbieders (de Sunrise A procedure), maar nú is het resultaat dat het betreffende domein geblokkeerd blijft. Er kan dan dus geen .xxx domein onder die naam geregistreerd worden (ook niet later in de landrush of general availability periode).
Tenminste… als er in die periode maar niet óók een Sunrise A registratie heeft plaatsgevonden voor hetzelfde domein! Dat kan uiteraard alleen als de betreffende aanvrager over hetzelfde merk beschikt, maar zoiets is niet uitgesloten. Merken worden geregistreerd voor specifieke klassen van goederen of diensten. Wie alleen al het Benelux merkenregister bekijkt zal zien dat heel veel gelijkluidende merken verschillende eigenaren hebben. Dat bijt elkaar normaal gesproken niet. Totdat je een domein wilt claimen, welteverstaan (ik schreef daar al eens over in relatie tot de .eu extensies).
En nu wordt het fraai: als er zowel een Sunrise A als een Sunrise B registratie plaatsvindt voor hetzelfde .xxx domein, gaat de Sunrise A registratie vóór! U leest het goed: wie zijn best deed om registratie te voorkomen wordt automatisch afgetroefd door iemand die juist wil registreren! Okee, dat zal alleen gebeuren bij gelijkluidende merken, waarvan er dan ook nog één is ingeschreven voor porno gerelateerde producten, maar toch… het zal je gebeuren. “Ajax” is bijvoorbeeld bij ons bekend als voetbal- én brandblussersmerk, maar wie zegt dat er in (ik noem maar wat) Brazilië geen escortservice onder dat merk bestaat? Voor ICM is een merk een merk, waar het ook geregistreerd moge zijn…
Maar goed: de kans dat u door een u totnogtoe onbekend porno-gerelateerd-merk-van-de-andere-kant-van-de-wereld wordt afgetroefd is natuurlijk klein. En dan kan het dus toch de moeite waard zijn die .xxx extensie maar te laten blokkeren, ook al kost dat een paar centen. Hoeveel is tot het moment van schrijven van dit blogje nog niet officieel meegedeeld. De Financial Times noemt echter een bedrag van tussen de 200 en 300 US Dollar. En tekent daarbij uit de mond van ICM Registry op dat dit uitsluitend ter dekking van administratiekosten is. Hm.
Het is de Financial Times zelf die overigens -terecht- opmerkt dat het moeten voeren van een juridische procedure om een eenmaal geclaimde .xxx domeinnaam op te eisen of verwijderd te krijgen vele, vele malen duurder is…
“Ja. Net als het opnieuw moeten inrichten van je winkel als je het beschermingsgeld niet betaalt…”Ik hoor het u denken… Troost u: er is ook nog artikel 1019h Rv. dat zorgt dat de werkelijke proceskosten die de winnende merkhouder heeft moeten betalen voor de verliezende partij zijn (lees o.a. hier).
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.