Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) heeft gisteren een langverwachte uitspraak gedaan over merkinbreuk op “elektronische marktplaatsen” als marktplaats.nl en eBay. Vastgesteld is onder andere dat de exploitant van de elektronische marktplaats in bepaalde gevallen aansprakelijk is als op zijn markt handel plaatsvindt in producten waarmee merkinbreuk wordt gepleegd. In dergelijke gevallen kan ook actief optreden van de exploitant worden gevorderd volgens het Hof. De elektronische marktmeesters hoeven echter niet actief te surveilleren om merkinbreuken op hun sites op te sporen.
Merkinbreuk is in de internethandel aan de orde van de dag. Slimme handelaren weten allang dat je met je nep-tasjes en parallel geïmporteerde parfums niet meer de koude of regenachtige straat op hoeft. In plaats daarvan zet je gewoon een internetadvertentie, je verschuilt je achter een valse identiteit en handelen maar! Als het meezit helpt de aanbieder van de betreffende elektronische markt je ook nog met het optimaliseren van je advertentie.
Dat is uiteraard een doorn in het oog van de Grote Merken. Vooral ook vanwege die valse identiteit waarachter de aanbieders zich verschuilen. Dat maakt deze immers bijzonder lastig te vinden. Wat doe je in zo’n geval? Hetzelfde wat de entertainment industrie al jaren (met wisselend succes) toepast: je gaat achter de aanbieder van de elektronische dienst aan.
En zo spanden diverse Grote Merken in diverse landen al procedures aan tegen (met name) eBay. Ook hier met wisselend succes: in Frankrijk bereikte Louis Vuiton een algeheel verbod op handel in o.a. namaak én echte Vuiton producten. Maar in België kwam L’Oréal (ook houdster van merken als Lancôme en Laboratoires Garnier) geen stap verder tegen datzelfde eBay. In het Verenigd Koninkrijk had zij echter het geluk een rechter te treffen die op een groot aantal punten uitleg vroeg aan het HvJEU. Dat heeft nu de onderhavige zogenaamde prejudiciële beslissing opgeleverd.
De belangrijkste elementen daarvan in vogelvlucht:• Merkhouders kunnen geen merkenrechtelijke actie nemen tegen particulieren die op een elektronische markt producten aanbieden waarmee merkinbreuk wordt gepleegd. Actie is pas mogelijk als dit commercieel gebeurt. U mag uw eigen nep-Rolex dus nog wel op Marktplaats zetten.• Als op een elektronische markt commercieel namaakproducten worden verkocht of anderszins merkinbreuk wordt gepleegd, is de exploitant van de site (eBay, Marktplaats) in beginsel niet zelf aansprakelijk wegens merkinbreuk.• Dat wordt ánders als deze exploitant een actieve rol gaat spelen bij het aanbieden van deze producten, of anderszins kennis heeft van en/of controle heeft over de inhoud van de advertentie.• Hetzelfde geldt als de exploitant op de hoogte raakt (door eigen monitoring) of wordt gesteld (door de merkhouder bijvoorbeeld) van de merkinbreuk in de advertentie. In dat geval moet hij onmiddellijk maatregelen nemen om het inbreukmakend karakter te laten verdwijnen, anders wordt hij zelf aansprakelijk.• Nationale rechters mogen exploitanten van elektronische markten in een vonnis verplichten maatregelen te nemen om te voorkomen dat een inbreukmaker nieuwe inbreukmakende advertenties plaatst.• En om te voorkomen dat die inbreukmaker onder een andere naam terugkeert, kan de rechter ook bevelen dat de exploitant van de markt maatregelen neemt om de identiteit van de (commerciële) handelaars vast te stellen.
De uitspraak lijkt mij redelijk in lijn met bestaande Europese regelgeving en eerdere prejudiciële beslissingen. Het louter inactief hosten van informatie leidt ook op ander terrein (auteursrechtinbreuk, onrechtmatige publicaties) doorgaans niet tot aansprakelijkheid, als maar wordt ingegrepen zodra men van de onrechtmatigheid op de hoogte wordt gesteld. Actieve bemoeienis leidt sneller tot aansprakelijkheid.
Een mogelijk onbedoeld neveneffect van deze uitspraak zal echter wel kunnen zijn dat digitale marktmeesters minder geneigd zullen zijn het aanbod (al dan niet steekproefsgewijs) te monitoren. Ze zouden zomaar inbreukgevallen kunnen constateren en dán zijn ze ook meteen verplicht maatregelen te nemen (met als uiterste consequentie zelfs implementatie van een banbeleid). Neuh, dan is onwetendheid toch te prefereren.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.