Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Een belangwekkende uitspraak gisteren van de Voorzieningenrechter in Den Haag. Aan de orde was de vraag of de Stichting BREIN (die de auteursrechtelijke belangen van de rechthebbenden op muziek, films en games behartigt) internetproviders Ziggo en XS4all kon dwingen de toegang tot torrent paradijs The Pirate Bay af te sluiten. Eigenlijk had BREIN alleen Ziggo gedagvaard, maar XS4all heeft zich uit eigen beweging in de zaak gevoegd. Dat is uitzonderlijk, zeker in kort geding. De rechter stond het echter toe, omdat XS4all voldoende belang had. “Toewijzing van de vordering van Brein zou de rechtspositie van XS4ALL immers nadelig kunnen beïnvloeden”, aldus de Voorzieningenrechter.
Het is genoegzaam bekend dat BREIN veel moeite heeft gedaan om The Pirate Bay zelf aan te pakken. Dat is in zoverre gelukt dat er Nederlandse vonnissen zijn gewezen waarin het de eigenaren van The Pirate Bay is verboden om hun activiteiten in Nederland voort te zetten. Die eigenaren trokken zich van dat vonnis echter niets aan. Ook zijn er vonnissen gewezen tegen providers die The Pirate Bay in de lucht hielden. Maar dan wisselde The Pirate Bay gewoon weer van provider (ze hebben er nu eentje in de Oekraïne) dus ook dit bleek niet effectief. “Dán de providers aan de vraag-zijde maar” moet BREIN gedacht hebben, en zodoende dit kort geding.
BREIN baseerde haar eis primair op het relatief nieuwe artikel 26d van de Auteurswet.Dat artikel is in 2007 ingevoerd ter uitvoering van de Handhavingsrichtlijn (voor IE rechten) van de EU. Artikel 26d maakt het voor makers van auteursrechtelijk beschermde werken mogelijk om van een tussenpersoon, van wiens diensten een derde gebruik maakt om auteursrechtinbreuk te maken, te eisen dat die diensten worden gestaakt. Dus: als een abonnee van Ziggo door internettoegang via Ziggo inbreuk maakt op auteursrechten, kan de maker van een beschermd werk, van Ziggo eisen die dienst jegens die abonnee te staken (lees: die abonnee geen verbinding meer te geven met de plek waar hij inbreuk maakt: The Pirate Bay).
Voorwaarde is uiteraard wel dat vast staat dat de abonnee (de “derde” zoals de wet zegt) daadwerkelijk inbreuk maakt. Daar ging het voor BREIN in deze procedure mis. De Voorzieningenrechter volgde in feite de redenering dat indien afsluiting voor alle abonnees wordt gevraagd, ook duidelijk moet zijn dat alle abonnees inbreuk maken. En dat is allerminst komen vast te staan. En dus kan de vordering niet worden toegewezen, want:“Een stakingsbevel […] kan immers slechts betrekking hebben op die 'derden' die de diensten van de tussenpersoon gebruiken om inbreuk te maken. Van het overgrote deel van de bij Ziggo aangesloten abonnees is dat, als gezegd, in ieder geval niet komen vast te staan. De artikelen 26d Aw en 15e Wnr, geïnterpreteerd in het licht van de Handhavingsrichtlijn, bieden slechts een handvat om een specifieke, anders gezegd concrete en individualiseerbare, inbreuk te beëindigen. Alleen in die gevallen kan met de vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat van inbreuk sprake is. Reeds op deze grond stranden de vorderingen voor zover zij zijn gebaseerd op de artikelen 26d Aw en 15e Wnr.”
Daar kwam voor de Voorzieningenrechter nog iets bij:“Daarnaast zou toewijzing van de vordering naar voorlopig oordeel in strijd komen met de in de parlementaire geschiedenis verwoorde subsidiariteitseis.”(Dat wil zeggen dat de Voorzieningenrechter uit de parlementaire geschiedenis heeft opgemaakt dat het inroepen van het middel van artikel 26d pas aan de orde kan komen als andere middelen jegens de inbreukmaker falen. Maar die middelen zijn niet eens geprobeerd:)“Brein, die […] bekend is met de IP-adressen van de Ziggo abonnees [die met behulp van The Pirate Bay inbreuk maken; LB], heeft er voor gekozen geen van deze abonnees in rechte te betrekken. Als argument daarvoor voert zij aan dat het “onmogelijk en (dus) onwenselijk [is] om de (alle) abonnees afzonderlijk aan te spreken”. Daarom, aldus Brein, spreekt zij Ziggo aan. Dit argument overtuigt niet. Ten minste valt, zonder toelichting, die ontbreekt, niet in te zien waarom het onmogelijk zou zijn een of meer abonnees in rechte aan te spreken. Brein zou onder omstandigheden de NAW-gegevens van de betreffende abonnee bij Ziggo kunnen opvragen, iets waarvan Ziggo ter zitting ook heeft aangegeven daartoe in beginsel bereid te zijn. Er staan, met andere woorden, andere en minder verstrekkende mogelijkheden open om tegen de gestelde inbreuken door een gedeelte van de abonnees op te treden. Dat het niet wenselijk zou zijn individuele abonnees aan te spreken, zoals Brein ook nog heeft betoogd, is een argument van een andere orde en betreft een eigen afweging van Brein. Problematisch bij de door Brein gemaakte keuze is ook dat het gedeelte van de abonnees waarvan door haar wordt gesteld dat zij inbreuk maken, niet door de rechter op tegenspraak kunnen worden gehoord, hetgeen reden temeer is de abonnees individueel in rechte te betrekken.”
Subsidiair had BREIN nog het leerstuk van de onrechtmatige daad aangevoerd om haar vordering te dragen. Dat baatte evenmin, nu ook hier voor de Voorzieningenrechter (kort gezegd) gold: Waarom de provider aanspreken als je ook de individuele inbreukmaker kunt aanpakken?BREIN is dus weer terug bij af, in die zin dat zij individuele inbreukmakers zal moeten gaan dagvaarden. Dat zal deze onder internetgebruikers toch al niet populaire organisatie zeker niet populairder maken.
Er was overigens door BREIN al een bodemprocedure ingesteld in deze zaak, dus van een eindbeslissing kunnen we vermoedelijk nog niet spreken.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.