Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft gisteren een belangrijke uitspraak gedaan over Google Adwords. Ook al heeft u daar misschien nog nooit van gehoord: u bent de resultaten ervan ongetwijfeld al regelmatig tegengekomen. Als u een zoekterm intypt in Google levert dat immers vaak niet alleen een lijstje zoekresultaten op, maar ook “Gesponsorde links”, die boven en naast dat lijstje staan. Die links verschijnen daar omdat een bedrijf uw zoekterm als Adword heeft gekocht. Het bedrijf betaalt Google om per dag een (zelf gekozen) aantal keren boven of rechts van die zoeklijst te mogen staan met een soort mini-advertentie. Zo levert het intypen van “reizen” in Google bijvoorbeeld dergelijke advertentietjes op van Kras en D-reizen.
Maar wat nu als de zoekterm een merknaam is? Als ik bijvoorbeeld“D-reizen” intyp in Google levert dat een gesponsorde link op van een concurrent die óók reizen aanbiedt via internet. Is dat nou merkinbreuk door die concurrent? En valt Google hier nog iets te verwijten? Als het merkinbreuk is verdienen ze daar immers goed aan. Een gewild Adword wordt vaak bij opbod verkocht.
Op deze vragen (die door lagere rechters in verschillende lidstaten van de Europese Unie al in verschillende zin waren beantwoord) is nu een (uitgebreid) en bindend antwoord gegeven door het Hof van Justitie. Heel kort en heel grof : Het gebruiken van het merk van een ander als Adword is in beginsel geen merkinbreuk. Dat wordt pas anders als de mini-advertentie in de resultatenlijst die door het gebruik van het Adword verschijnt verwarring wekt, in die zin dat het publiek kan denken dat er een economische band bestaat tussen de plaatser van die advertentie en de eigenaar van het merk.
In de woorden van het HvJEU:“[er is sprake van merkinbreuk als] die reclame [de mini-advertentie, LB] het voor de gemiddelde internetgebruiker onmogelijk of moeilijk maakt om te weten of de waren of diensten waarop de advertentie betrekking heeft, afkomstig zijn van de merkhouder of een economisch met hem verbonden onderneming, dan wel, integendeel, van een derde.“Is die onduidelijkheid er niet, dan is het gebruik van het Adword met de bijbehorende mini-advertentie dus toegestaan.Je kunt het hier mee eens zijn of niet (het blijft natuurlijk toch meeliften op de met pijn en moeite opgebouwde goodwill van een ander, ben ik geneigd te zeggen), maar er is in ieder geval duidelijkheid.
En Google? Die maakt geen merkinbreuk, zelfs niet als de “aanvrager” van het Adword/merk dat wel doet omdat in de mini-advertentie verwarring wordt gewekt. Dat wordt pas anders als Google invloed heeft gehad op de minni-advertentie of nalatig blijft die weg te halen nadat zij op het onrechtmatig karakter daarvan is gewezen.Dat is in lijn met de regels die voor internetproviders gelden en daarmee wordt (de mijns inziens toch iets meer actief betrokken) Google hier dus min of meer gelijk gesteld.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.