Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het Gerechtshof Den Haag heeft deze week uitspraak gedaan in een zaak over een domeinnaam die louter als doorverwijzing werd gebruikt. U kent dat soort domeinen wel. Het zelf ingetypte webadres blijft maar heel even staan en wordt meteen vervangen door het adres van het werkelijk gebruikte domein, zodra dat door uw computer wordt ingeladen.Op deze manier heeft taartenwinkel GefeliciTAART B.V. uit Haarlem naar eigen zeggen honderden domeinnamen geregistreerd en in gebruik.(Ik heb dat proberen te checken door random enkele adressen in te typen als “taart.nl”, “slagroomtaart.nl” en “taartjeswinkel.nl”, maar moest tot mijn verrassing constateren dat die toch allemaal in andere handen waren. Het kan dus zijn dat GefeliciTAART enigszins heeft overdreven). Hoe dan ook: in ieder geval hebben zij aldus óók www.taartwinkel.nl (enkelvoud) in bezit. Maar weer niet www.taartenwinkel.nl (meervoud). En daar ging het om in het aan het Hof voorgelegde geschil.
Taartenwinkel.nl (meervoud) is namelijk van het bedrijf Taartenwinkel B.V., eveneens uit Haarlem. En dat bedrijf was vanzelfsprekend niet blij met het feit dat haar concurrerende plaatsgenoot taartwinkel.nl (enkelvoud) als domein gebruikte, zeker niet nu dit slechts een doorverwijzend domein betrof. Zij stelde daarom een rechtsvordering in, gebaseerd op haar handelsnaamrecht op de naam Taartenwinkel. Dat handelsnaamrecht geeft haar immers de mogelijkheid het gebruik van een overeenstemmende handelsnaam te verbieden (mits zij de eerste gebruiker was, en dat was ze).
“Maar ik gebruik “Taartenwinkel” helemaal niet als handelsnaam”, stelde GefeliciTAART daar tegenover (weliswaar pas bij pleidooi in appel, dus rijkelijk laat, maar niettemin). “Ik gebruik die kreet alleen maar om mensen naar mijn website door te geleiden.”“Ja”, dacht het Hof, “dat klopt wel.” En begon met een overweging die de vaste jurisprudentie op dit vlak weergeeft:“Een domeinnaam is in beginsel niet meer of anders dan een internetadres van de domeinnaamhouder. Een domeinnaam kan echter tot handelsnaam worden wanneer de domeinnaam gebruikt wordt ter aanduiding van de onderneming, in welk verband rekening moet worden gehouden met de perceptie van het relevante publiek. In dat kader is onder meer van belang of, c.q. in hoeverre, de domeinnaam overeenkomt met de handelsnaam van de domeinnaamhouder, alsmede de inhoud van de website die men door het intypen van de domeinnaam bereikt.”
Welnu: de website onder www.taartwinkel.nl heeft geen inhoud; het domein geleidt slechts door naar www.gefelicitaart.nl, de naam waar GeleficiTAART wél mee naar buiten treedt. Onder deze omstandigheden is geen sprake van handelsnaamgebruik (en dus ook niet van inbreukmakend handelsnaamgebruik).
Dus GefeliciTAART mocht haar domein blijven gebruiken? Nee. Het gebruik kon weliswaar niet op grond van het handelsnaamrecht worden verboden, maar leverde wél een onrechtmatige daad op. Taartenwinkel.nl had zich ook daarop beroepen, onder andere aanvoerend dat GefeliciTAART bewust een domeinnaam had gekozen die zo dicht mogelijk tegen de naam van haar concurrent aanlag, hopend dat een zich vergissende of ver-typende consument bij haar terecht zou komen (“typosquatting”). Daar heeft GefeliciTAART volgens eiseres kennelijk een handje van, want ze had óók taart-service.nl” en “taartland.nl” in gebruik, afgeleid van concurrenten die vanuit “taartservice.nl” (aan elkaar) en “taartenland.nl” (meervoud) opereren.
Het Hof:“De domeinnaam taartwinkel.nl vertoont zoveel gelijkenis met de handelsnaam (en domeinnaam) Taartenwinkel.nl, dat de kans dat consument, op zoek naar het bedrijf van Taartenwinkel.nl, taartwinkel.nl intypt, aanzienlijk is. GefeliciTAART heeft ook erkend dat haar streven mede is gericht op het, met gebruikmaking van de bekendheid en reputatie van haar concurrenten en de mogelijkheid van vergissing bij het publiek, genereren van zoveel mogelijk internetverkeer naar de eigen website. Dat dit het geval is blijkt ook uit haar registratie van de domeinnamen taartservice.nl en taartland.nl. Het hof is voorshands van oordeel dat een dergelijke handelwijze de grenzen van eerlijke mededinging te buiten gaat en dus onrechtmatig is.”
Het Hof voegt daar nog een niet onbelangrijke overweging aan toe:“Het hof is voorts, anders dan de voorzieningenrechter, voorshands van oordeel dat de omstandigheid dat de consument direct wordt doorgelinkt naar de website van GefeliciTAART niet afdoet aan de verwarring. Immers, hoewel de consument zich waarschijnlijk zal realiseren dat hij zich niet op de site van Taartenwinkel.nl bevindt, is bepaald niet ondenkbaar dat hij meent dat de beide ondernemingen aan elkaar gelieerd zijn. Dit gevaar voor verwarring wordt nog vergroot doordat beide ondernemingen dezelfde (soort) producten verkopen en diensten verlenen en beide hun statutaire vestigingsplaats in Haarlem hebben.”
Dus: óók de naam (het domein) van een website die alleen maar naar een andere website doorgeleidt kan verwarring opleveren en daarmee oneerlijke concurrentie opleveren.
Prima uitspraak. Nu heb ik zin in taart! (Gelukkig tracteert onze vertrekkende student-stagiaire na zes welbestede weken)
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.