Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Wij hebben bij Wieringa Advocaten voortdurend één of twee zogenaamde “student-stagiaires” in dienst. Zij maken kennis met de advocatuur terwijl ze nog rechten studeren. Mart van Genugten, student aan de Universiteit van Amsterdam, volgt op dit moment die studentstage. Hij schreef zijn master-scriptie over het bewijsbeslag. Ten behoeve van onze weblog schreef hij over hetzelfde onderwerp onderstaande informatieve bijdrage.
In een juridische procedure is het voor de uitkomst vaak van doorslaggevend belang welke partij voldoende bewijsmateriaal beschikbaar heeft om zijn stellingen te bewijzen. Soms bevindt bepaald bewijsmateriaal zich echter bij de tegenpartij en deze zal dit vaak niet vrijwillig in de procedure willen brengen. In sommige gevallen zal een partij, met het oog op een procedure die in het vooruitzicht ligt, wellicht zelfs proberen om belastende documenten of materialen te vernietigen om zo te voorkomen dat deze in de procedure opgevorderd kunnen worden. Voor dit soort situaties kan een bewijsbeslag -een beslag dat wordt gelegd op bewijsmateriaal- een uitkomst bieden.
Een beslag op bewijsmateriaal kan onder omstandigheden gelegd worden nog voordat een procedure aanhangig is. De partij bij wie beslag wordt gelegd wordt doorgaans niet tevoren op de hoogte gesteld. Nadat toestemming is verkregen van de rechter kan een deurwaarder onaangekondigd langsgaan om het beslag uit te voeren. Het beslag kan in principe gelegd worden op alle mogelijke soorten documenten en andere stukken die als bewijs kunnen dienen. Direct na het beslag moet de partij die het beslag heeft gelegd de hoofdprocedure (waarin zij het bewijs denkt nodig te hebben) starten.
Met name bij Intellectuele Eigendomsinbreuken is een dergelijk bewijsbeslag een veelgebruikt en ook effectief middel. De Europese Unie heeft voor procedures omtrent IE-inbreuken een dergelijk bewijsbeslag inmiddels ook specifiek voorgeschreven voor alle Europese rechtssystemen. Dit wil echter niet zeggen dat in alle Europese landen bewijsbeslag op dezelfde manier gelegd kan worden; tussen landen zijn nog steeds grote verschillen.
Het Engelse rechtssysteem kent van oudsher een behoorlijk verregaande manier om bewijs te verzamelen: de zogenaamde ‘search order’. Een partij kan daar onder omstandigheden toestemming verkrijgen van de rechter voor een soort zoektocht naar bewijsmateriaal. Hiermee kan die partij zélf aan de tegenpartij een onaangekondigd bezoek brengen waarbij gezocht mag worden naar bepaalde spullen. De partij mag vervolgens het gevonden materiaal direct zelf in beslag nemen. Zoals duidelijk mag zijn is een dergelijke search order een behoorlijk ingrijpend middel, het wordt niet voor niets in de Engelse literatuur ook wel aangeduid als één van de ‘nuclear weapons of the law’.
De regeling in Nederland is veel terughoudender. Hier kan alleen een deurwaarder het beslag uitvoeren waarbij de partij die het beslag aanvraagt in geen geval aanwezig mag zijn. De deurwaarder geeft de in beslag genomen spullen vervolgens direct af aan een door de rechter aangewezen gerechtelijk bewaarder. De partij die beslag heeft gelegd krijgt een overzicht van wat er in beslag genomen is, maar krijgt geen inzage in het bewijsmateriaal. Voordat gebruik van het bewijsmateriaal mogelijk is moet de rechter zich namelijk in een aparte procedure eerst nog buigen over de vraag of deze inzage verleend dient te worden. De tegenpartij wordt bij deze procedure ook in staat gesteld om zich te verweren tegen de inzage.
Uiteindelijk is het bewijsbeslag in Nederland dus voornamelijk een manier om te voorkomen dat een tegenpartij bepaalde bewijsmaterialen weg zal maken. Een echt ‘nuclear weapon’ is het daarmee niet, maar in sommige gevallen kan het toch een zeer effectief middel zijn om ontbrekende stukken in een procedure te kunnen krijgen. Omdat de Nederlandse wet sinds 2007 ook voor IE-inbreuken een aparte regeling kent, zal het bewijsbeslag met name in dat rechtsgebied een steeds vaker gebruikt middel worden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.