Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Het is geen schadevergoeding van de soort waaraan ik in een eerder blogje wat bespiegelingen besteedde, maar PVV lijsttrekker Geert Wilders zal toch in de buidel moeten tasten naar aanleiding van zijn film Fitna. Vandaag werd door de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in het kort geding dat was aangespannen door rapper Salah Edin (artiestennaam) en de fotograaf die hem voor zijn albumhoes vereeuwigde. U kent de feiten: in de oorspronkelijke versie van Fitna wordt de foto met het portret van de rapper getoond. De foto is 13 seconden in beeld met het opschrift “Mohammed B.”. Het moet gezegd: de foto lijkt ook sterk op de politiefoto van B. die in 2004, kort na de moord op Theo van Gogh, werd verspreid (en dat was ook min of meer de bedoeling, zo blijkt uit de uitspraak).
Auteurs- en portretrechtelijk is dit een duidelijk zaak: de foto is zonder toestemming (verveelvoudigd en) openbaar gemaakt en het portret is openbaar gemaakt op een wijze waartegen de geportretteerde zich in redelijkheid kan verzetten. Het is daarnaast een zaak in kort geding, dus duidelijk is ook dat slechts een voorschot op de schadevergoeding zal worden toegewezen (in afwachting van een definitieve vaststelling van die vergoeding in een eventuele bodemprocedure).Maar waarom kreeg de fotograaf 5.000 euro voorschot en de rapper maar 3.000?
Welnu, de auteursrechtinbreuk is klip en klaar en daar is eigenlijk geen inhoudelijk verweer tegen gevoerd. De eisende fotograaf had ook 5.000 euro geëist. Zoals vaak gebeurt in dit soort gevallen werd daarbij aangeknoopt bij de tarieven die de Fotografenfederatie voor 2008 hanteert. Voor een vrije licentie voor één jaar geldt daar een tarief van 5.685 euro; voor het gebruiken van een foto (niet in advertenties, tv-reclames of op een billboard) geldt een tarief van EUR 2.300,-. Gegeven het feit dat de foto in korte tijd vele malen over de hele wereld is bekeken, vindt de Voorzieningenrechter een voorschot van 5.000,- redelijk.
(Opvallend is dat de fotograaf niet tevens aanknoping heeft gezocht bij de standaardvoorwaarden van de fotografenfederatie. Die bepalen o.a. dat in geval van inbreuk een vergoeding moet worden betaald toe ter hoogte van tenminste driemaal de door de fotograaf gebruikelijk gehanteerde licentievergoeding voor een dergelijke vorm van gebruik. Maar goed, misschien was dat wel lager uitgekomen. Bovendien wordt in foto-inbreuk zaken de analogie met die standaardvoorwaarden minder toegepast dan die met de tarieven.)
Maar waarom kreeg de rapper nu minder? Hier speelt een door Wilders aangevoerd verweer een rol. Deze had aangevoerd dat er sprake was van een zekere mate van eigen schuld van Salah Edin, omdat die zelf een foto had laten maken die lijkt op die van Mohammed B. Een vergissing zou aldus snel zijn gemaakt. De Rechtbank oordeelt hierover:
Het verweer van [Wilders] dat de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan [Salah Edin] kan worden toegerekend – als [deze] niet als Mohammed B. had geposeerd dan was de vergissing niet gemaakt – lijkt vooralsnog in een bodemprocedure een goede kans van slagen te hebben, wat zal leiden tot een vermindering van de vergoedingsplicht. Deze eigen schuld zal, afgezet tegen de schuld van [Wilders], echter niet zodanig zijn dat in het geheel geen schadevergoeding zal worden toegekend. In de gegeven omstandigheden is een voorschot van EUR 3.000,- op de immateriële schadevergoeding redelijk.
Zo zit dat dus. Of het ooit van een bodemprocedure gaat komen zullen we moeten afwachten.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.