Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
U heeft hem moeilijk kunnen missen: de recente reclamecampagne voor de onbemande benzinepompen van Tango, ter gelegenheid van de opening van de 100e pomp. Vooral de televisiereclames vielen op. Als u hem nog niet kende: hieronder de Youtube versie (klikken op het pijltje volstaat).
Wij zien een Tango-tanker aan wie wordt gevraagd of hij het nou niet lastig vindt dat er op de Tango stations geen toiletten zijn. “Nee hoor”, luidt het antwoord, “en als ik echt moet, ga ik wel ff bij de Shell”. Volgt voiceover: “Kijk. Dat is nou slim. Tanken bij Tango, plassen bij Shell.”
Er zijn varianten: soms geeft de reclame (ook in print en op internet) aan dat je door te tanken bij Tango genoeg bespaart voor twee Magnums bij Total, of voor een broodje bij Esso, etc. Geplast wordt er echter alleen bij Shell, voorzover ik heb kunnen zien.
Uit bijdragen op diverse weblogs blijkt dat de commercial behoorlijk de aandacht heeft getrokken. Vaak vroeg men zich daarbij af: “Mag zoiets nou?” Die vraag wil ik hier proberen te beantwoorden.
Er is allereerst weinig aanleiding om op grond van de (behoorlijk strenge) regels inzake vergelijkende reclame tot een verbod te komen. áls er in reclames vergeleken wordt dan moet dat op essentiële punten en correct gebeuren. Welnu, voorzover hier wordt vergeleken is dat in ieder geval correct: Tango heeft geen toiletten en Shell wel. Of dat een essentieel punt is voor een benzinestation laten we maar even achterwege: Shell komt er op dat punt in ieder geval het beste uit en heeft dus geen reden tot klagen.
Nee, áls Shell hier iets tegen zou willen ondernemen zou dat het beste kunnen op het vlak van het merkenrecht. Shell is een merk. Een merkhouder kan niet alleen tegenhouden dat zijn merk door de concurrent voor hetzelfde product wordt gebruikt. Ook gebruik van het merk dat niet dient voor het onderscheiden van producten is onder omstandigheden verboden. Die situatie is hier aan de orde. Tango noemt immers zijn benzine niet Shell; Tango promoot het tanken bij Tango en het plassen bij Shell.
Wanneer mag dat niet? Volgens de wet (tegenwoordig: het Beneluxverdrag inzake de Intellectuele Eigendom, uitleg hier) in de volgende omstandigheden: als het gebruik plaatsvindt zonder geldige reden én bovendien door dat gebruik afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of aan de reputatie van het merk.In mijn optiek kan Tango beweren dat ze het merk wél met een geldige reden gebruiken (namelijk voor een toegestane vergelijking van service-niveaus). Bovendien wordt er geen afbreuk mee gedaan aan het onderscheidende vermogen of aan de reputatie van Shell. Shell is en blijft Shell en je kunt er uitstekend plassen. Daar komt bij dat ook ándere concurrenten in de campagne aan de beurt komen zodat zeker niet een indruk van “Shell bashing” kan ontstaan.
Kortom: ik denk dat het mag en dat Shell zich niet alleen vanwege de angst voor reputatieschade (Goliath tegen David) stil houdt.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.