Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Gelukkig voor het financieel economisch georiënteerde journaille is er in deze (pre)komkommertijd een blijvende bron van aandacht: de overname van ABN Amro.Nu was de het de beurt aan de advocaat-generaal van de Hoge Raad om zijn zienswijze te geven op het opmerkelijke arrest van de Ondernemingskamer (zie onze eerdere bijdragen).
Het is de taak van een advocaat-generaal om onafhankelijk advies aan de Hoge Raad te geven hoe in een bepaalde zaak te oordelen. De Hoge Raad neemt het advies van een advocaat-generaal meestal over. Dat verklaart waarom is uitgekeken naar de conclusie die dinsdag 26 juni 2007 door de advocaat-generaal mr Timmerman is genomen.
Waar ging het ook al weer om? Heeft het bestuur van ABN Amro haar Amerikaanse dochtervennootschap LaSalle mogen verkopen zonder goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering? Deze verkoop vond plaats op het moment dat het bestuur van ABN Amro in exclusieve onderhandelingen met Barclays was over een fusie op basis van aandelenruil. Bovendien had vóór de verkoop een consortium van drie banken te kennen gegeven een voorstel te willen doen voor de verwerving van de aandelen in ABN Amro.De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) heeft de Ondernemingskamer onder meer verzocht te bepalen dat het bestuur van ABN Amro alsnog goedkeuring voor de Lasalle-transactie van zijn aandeelhoudersvergadering diende te vragen.Kort en goed heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat op grond van de redelijkheid en billijkheid uitvoering van de verkoop van LaSalle dient te worden opgeschort totdat de aandeelhoudersvergadering hieraan haar goedkeuring heeft gegeven. De door de VEB verzochte voorziening werd dus toegewezen.
De advocaat-generaal meent evenwel anders. Zijns inziens kunnen de redelijkheid en billijkheid alleen in heel bijzondere gevallen nieuwe bevoegdheden van organen van vennootschappen doen ontstaan. De rechtszekerheid vereist dat een dergelijke bevoegdheid op een breed aanvaarde rechtsovertuiging berust. Deze ontbreekt in dit geval. Om die reden adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad om de beschikking van de Ondernemingskamer te vernietigen.
De conclusie gaat (helaas) niet in op de vraag of het bestuur van ABN Amro al dan niet juist jegens de aandeelhouders heeft gehandeld door LaSalle te verkopen. De conclusie houdt slechts in dat deze transactie in het Nederlandse vennootschapsrecht niet de goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering behoeft. De Hoge Raad doet naar verwachting half juli uitspraak. Het wordt nog een lange warme zomer.
Verder lezen:– Conclusie A-G in VEB / ABN AMRO – Conclusie A-G in VEB / Barclay's – Conclusie A-G in VEB / Bank of America
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.