Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Een opzienbarende uitspraak van het Gerechtshof te Den Bosch: concurrent Mega Brands mag de bekende Lego bouwstenen namaken. Waarom? Omdat de consument behoefte heeft aan eenheid in maatvoering en uiterlijk.
Ter voorkoming van misverstanden: Lego kon zich niet beroepen op een intellectueel eigendomsrecht. Er is in het verleden wel een octrooi geweest, maar dat is al vele jaren verlopen. In deze zaak moest Lego het hebben van bescherming tegen de zogenaamde “slaafse nabootsing”. En die bescherming schoot tekort.
Het slaafs nabootsen van het product van een ander is op zichzelf niet verboden. Dat wordt echter anders wanneer door de nabootsing verwarring bij het publiek kan ontstaan en de nabootser niet alles doet om die verwarring te voorkomen (zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product afbreuk te doen). Dat is vaste jurisprudentie en daar wordt in deze uitspraak niet aan getornd.Lego was echter van mening dat concurrent Mega Brands niet voldoende had gedaan om verwarring te voorkomen. Zij wilde wel aannemen dat zij overname van het Lego-systeem (de nopjes die in uitsparingen vallen) niet meer kon tegenhouden, maar waarom moest de concurrent dat zo nodig in blokjes met precies dezelfde maatvoering doen?
De Rechtbank Breda, die deze zaak in eerste aanleg had behandeld, was het nog met Lego eens: die maatvoering had best anders gekund en daarom was er sprake van een ontoelaatbare slaafse nabootsing. Daar dacht het Hof den Bosch echter anders over: onder bepaalde omstandigheden kan er een rechtvaardiging voor de nabootsing bestaan.Op zichzelf is dat ook niet nieuw: de Hoge Raad had die mogelijkheid al eerder aangenomen, o.a. in een zaak over steigerelementen die in elkaar moesten passen. Het Hof den Bosch kiest in deze uitspraak echter, zo komt het mij voor, haast voor een anti-monopolistische benadering.
Door haar oorspronkelijke octrooi heeft Lego een unieke plaats op de markt verworven, zo stelt het Hof. Daaraan doet niet af dat er ook andere soorten constructiespeelgoed op de markt zijn. In die situatie, zo stelt het Hof, ligt het “bepaald voor de hand dat potentiële kopers van constructiespeelgoed zich bij hun aankoop niet alleen laten leiden door hetgeen aan nieuwe producten te koop wordt aangeboden, maar ook door hetgeen zij op het gebied van dat speelgoed al in huis hebben of waarvan zij weten dat het kind waarvoor het bestemd is er al meer van heeft.”Anders gezegd: wie eenmaal Lego gekocht heeft, gaat daarin uitbreiden. En dan mag die uitbreiding best van een concurrent komen, zegt het Hof: “Wanneer aldus bij een aanmerkelijk deel van het in aanmerking komende publiek een behoefte blijkt te bestaan aan compatibiliteit en uitwisselbaarheid met een bestaand en wijdverbreid systeem, dan is de nabootsing door een concurrent van de eigenschappen van dat systeem welke noodzakelijk zijn om deze compatibiliteit en uitwisselbaarheid tot stand te brengen niet onrechtmatig, óók niet indien die nabootsing leidt tot producten die door hun uiterlijk verwarring zouden kunnen opleveren met (elementen van) het bedoelde systeem.”
Klare taal en Lego heeft het nakijken. Het Hof werd in zijn oordeel mede gestuurd door een marktonderzoek dat in opdracht van Mega Brands was verricht en waaruit inderdaad was gebleken dat het publiek graag compatibiliteit en uitwisselbaarheid wil (gôh). Die kan men nu dus krijgen, maar (zoals Mega Brands wel zal gaan ontdekken) niet alleen van Mega Brands! Het wachten is op nog goedkopere producenten uit het Verre Oosten, voor wie de poort nu open staat.Hoewel, open… Het staat wel vast dat de Hoge Raad hier nog aan te pas gaat komen, want Lego (die na de eerste uitspraak nog in juichstem-ming was zal het er wel niet bij laten zitten.
P.S.: boek 9.nl verwijst naar een erg leuke impressie van dit geding in de rechtszaal, die ik u niet wil onthouden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.