Praktijkgebieden: Mediarecht
Aanstaande vrijdagavond staat bij BNN de Grote Donorshow op het programma. Als onderdeel van het programma zal een terminaal zieke vrouw bepalen wie van drie jonge nierpatiënten een nier van haar gedoneerd krijgt. De kijkers kunnen haar daarbij via SMS-berichten advies geven, zo is de bedoeling. Minister Plasterk, die als OC&W minister ook over de televisie gaat, noemde de geplande show vandaag “ongepast”, maar zal deze niet verbieden.
Mag zoiets dan, juridisch gezien? Daar is een tweetal aspecten aan te onderscheiden. Enerzijds kun je je afvragen of op deze manier wel, buiten de bestaande wachtlijsten om, een patiënt die een nier nodig heeft mag worden voorgetrokken. Anderzijds is er natuurlijk de kwestie of een dergelijk, voor velen ethisch bezwaarlijk, programma wel via de publieke omroep mag worden uitgezonden. Met de laatste vraag hield vooral CDA kamerlid Atsma zich bezig. Vaste bloglezers kennen hem als degene die destijds ook in het geweer kwam tegen de geplande Spermashows van Endemol.
Wat de eerste kwestie betreft: de Wet op de Orgaandonatie maakt het in artikel 3 mogelijk dat iemand bij zijn leven een orgaan aan een bepaalde persoon ter beschikking stelt. Dit artikel, dat het onder andere mogelijk maakt dat ouders aan hun kinderen, of broers aan hun zussen doneren (dat komt, gezien de gewenste matching het meest voor), kan ook in dit geval worden toegepast. Uitsluitend voor donaties na overlijden geldt dat de organen beschikbaar moeten komen aan de persoon die, mede in aanmerking nemend “bloed- en weefselovereenkomst” (artikel 18 van bovengenoemde wet) medisch het meest urgent is, of het langst op de wachtlijst staat. Het kán dus, maar de donatie zal nog bij leven plaats moeten vinden.
Wat de tweede vraag betreft: wij kennen in Nederland vrijheid van meningsuiting. Daaronder valt ook de regel dat er géén voorafgaand toezicht is op radio- of televisieuitzendingen. Dat staat letterlijk zo in de Grondwet, in artikel 7, lid 2. Minister Plasterk heeft dus groot gelijk dat hij de uitzending niet verbiedt: hij zou in strijd handelen met de Grondwet als hij dat wél deed. En dat zou hem weer problemen opleveren met zijn ambtseed (uhm… -belofte, in zijn geval).
En kamerlid Atsma (en de velen met hem, die vinden dat dit niet kan)? Oud-minister Remkes (VVD) adviseerde hem niet te kijken, als het programma hem niet bevalt. Daar hoeft het echter niet bij te blijven. Censuur (voorafgaande toetsing) mag dan verboden zijn, iedereen kan te allen tijde achteraf voor de rechter ter verantwoording worden geroepen als hij een uiting heeft gedaan die onrechtmatig is. Een televisieprogramma kan daar ook onder vallen (al wordt het best nog even zoeken om in casu een onrechtmatigheidsgrond te vinden).
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.