Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Peer Mascini is terug in de reclameblokken! Deze keer niet met een zwembad (“ik had nog zo gezegd, géén bommetje!”), maar met een jacuzzi. De koeien zijn gebleven, maar het ensemble maakt nu geen reclame voor Melkunie, maar voor Beemster kaas. En die heeft niets met Melkunie te maken. Melkunie is dan ook niet blij en eist een verbod op uitzending. Als basis daarvoor wordt naar verluid inbreuk op het auteursrecht van Melkunie gesteld. De zaak dient vanmiddag voor de rechtbank in Den Bosch.
Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomst (en zal daarvan ook melding maken op deze weblog). Wie de spotjes bekijkt (dat kan het gemakkelijkst hier) zal meteen veel overeenstemming zien. Er wordt overduidelijk aangehaakt bij de bekende Melkunie reclames. Maar is het inbreuk?
Zoals ik gisteren nog aan mijn studenten uitlegde, is voor inbreuk nodig dat 1) auteursrechtelijk beschermde elementen 2) herkenbaar zijn overgenomen; 3) de totaalindruk van beide werken is vervolgens uiteindelijk beslissend. Welnu: het moge duidelijk zijn dat hier elementen herkenbaar zijn overgenomen (Peer in driedelig kostuum; koeien die worden verwend) maar zijn deze elementen auteursrechtelijk beschermd? Vormen ze samen een format voor een reclamecampagne dat daarmee ook meteen gemonopoliseerd kan worden? Ik zou het me voor kunnen stellen…
Maar dan is er altijd nog de zogenaamde parodie-exceptie. Sinds de laatste wetswijziging is deze ook expliciet in de Auteurswet opgenomen in artikel 18b. Voor een parodie is het nu eenmaal noodzakelijk dat het parodiërende werk lijkt op het oorspronkelijke. Dat is dan ook toegestaan, mits de gelijkenis niet verder wordt doorgevoerd dan voor het parodiërend karakter nodig is.
Zullen de Beemster kaasmakers zich hier op een parodie kunnen beroepen? Ik ben daar nog niet zo zeker van. Het lijkt allemaal wel heel veel op elkaar. Okee, er is geen zwembad, maar mooi wel een jacuzzi en de houding van Peer Mascini is ook niet echt veranderd. Anderzijds windt men er helemaal geen doekjes om dat men zich heeft “laten inspireren” door de Melkunie reclames (Mascini in de Beemster commercial:“Nee nee nee nee nee: ik ben het niet. Ik ben, eh… m'n broer. Ik ben van de kaas. De Beemsterkaas.” Dat is wel weer sterk en ondersteunt mijns inziens het parodierend karakter.
We zullen zien wat de rechter beslist!
Update: de rechter heeft inmiddels beslist dat het spotje niet mag worden uitgezonden. Rechtspraak.nl meldt verwarringsgevaar als de voornaamste reden, maar kondigt tevens aan de uitspraak pas op 14 mei na 13 uur te zullen publiceren. Zie over de uitspraak inmiddels ook deze bijdrage.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.