Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Wellicht herinnert u zich nog dat ik in januari van vorig jaar onder bovengenoemde titel een bijdrage schreef over een interessante ruzie tussen een grootbank en een familie die eigenaar was van een mooie buitenplaats. De bank (Fortis) had een foto van de pittoreske dienstwoning van de buitenplaats (die met veel zorg door de familie was gerestaureerd) op de covers van brochures over “schenken en erven” en over hypotheken geplaatst en ook nog eens op de website van Fortis. De eigenaren was niets gevraagd. Fortis bleek de foto te hebben gekocht van een foto-stockbureau. De familie wist ook niet dat de foto daar beschikbaar was.
In de door de familie aangespannen procedure wees de Kantonrechter een schadevergoeding toe van vijfduizend euro, wegens, kort gezegd, inbreuk op het eigendomsrecht en op de privacy van de familie. Ik was het daar roerend mee eens, herinnert u zich wellicht, ondanks in auteursrechtkringen gehoorde kritiek dat op deze manier een soort “portretrecht op huizen” werd gecreëerd. Niets daarvan: het gaat hier helemaal niet om auteursrechtelijke aangelegenheden (waar het portretrecht ook onder valt) maar simpelweg om eigendom en privacy (en fatsoen, maar dat is geen juridisch begrip).
De uitspraak moet Fortis hoog hebben gezeten, want ze zijn in hoger beroep gegaan. Het Gerechtshof Den Haag deed recentelijk uitspraak: het vonnis van de kantonrechter is vernietigd en de vordering van de familie is alsnog afgewezen.
Het Hof voert daartoe onder andere aan dat niet gebleken is dat er sprake is van handelingen van Fortis die de eigenaars verhinderen het huis in kwestie overeenkomstig hun recht te gebruiken, ook niet van handelingen waartoe de eigenaars bij uitsluiting bevoegd zijn en ook niet van zaaksbeschadiging. Ook “een andere inbreuk op het eigendomsrecht dan door materiële aantasting (zoals door hinder wegens stank of ontneming van uitzicht)” is gesteld noch gebleken, aldus het Hof.
Exit de basis voor de schadevergoeding voorzover die in het eigendomsrecht was gelegen. Ik vind dat het Hof zich hier star opstelt. De toevoeging over de niet materiële aantasting lijkt zelfs een beetje belerend. Het Hof lijkt niet bereid de gebaande paden inzake eigendom en de inbreuk daarop te verlaten. Terwijl dat niet eens had gehoeven. De roemruchte anti-spam uitspraak van de Hoge Raad in de zogenaamde AbFab zaak was bijvoorbeeld gebaseerd (eenvoudig gezegd) op het uitgangspunt dat spammers inbreuk maken op het eigendomsrecht van internetproviders op hun mailservers. Deze worden in feite zonder toestemming van die providers door de spammers geëxploiteerd. De Hoge Raad overwoog daar: “Indien iemand zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van een goed waarop een ander een exclusief recht heeft, en hij daardoor – zoals in de regel het geval zal zijn – inbreuk maakt op dat exclusieve recht, handelt hij onrechtmatig tegenover die rechthebbende, behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.” Om vervolgens vast te stellen dat de provider in kwestie (XS4ALL) exclusief gerechtigd was tot haar computersysteem, terwijl spammer AbFab daar tegen de wil van XS4ALL gebruik van had gemaakt.
Welnu: ligt dat in dit geval niet net zo? Is door Fortis niet, zonder daartoe gerechtigd te zijn, gebruik gemaakt van het huis, door een afbeelding daarvan te exploiteren? Ik vind het tegen wil en dank exploiteren van eens anders server-capaciteit niet wezenlijk anders dan het tegen wil en dank exploiteren van eens anders huis. Zeker in de context van deze casus.
En dan was er nog die tweede grondslag: de inbreuk op de privacy. Ook die is door het Hof niet geaccepteerd. Daar kan ik, op basis van enkele voor mij nieuwe feiten, meer mee instemmen. Zo blijkt dat het huis door de familie stelselmatig wordt verhuurd aan expats (zij wonen er derhalve -nog- niet zelf). Daarnaast had de familie in de procedure zelf al aangegeven dat de publicatie “niet te herkenbaar dan wel negatief naar de bewoners of eigenaars” verwees. Tja, dan wordt het lastig om nog inbreuk op de privacy vol te houden.
Het eigendoms-argument blijft wat mij betreft echter valide. Laten we eens kijken of dit een zodanige principe-zaak zal blijken te zijn dat de Hoge Raad er nog aan te pas gaat komen…
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.