Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Een aardige merken-uitspraak vandaag van het Gerecht van Eerste Aanleg van de Europese Unie. Wat was er aan de hand? Een Deense fabrikant wilde het merk “TDK” inschrijven als (Europees) Gemeenschapsmerk voor warencategorie 25: kleding. De bekende Japanse fabrikant van beeld- en geluidsdragers TDK Kabushiki Kaisha (TDK Corp.) was daar achtergekomen en had oppositie ingesteld tegen deze voorgenomen inschrijving. Het bijzondere aan de zaak is dat TDK Corp. wel beschikt over het merkrecht op “TDK” maar niet in de warencategorie kleding. Wel voor audioapparatuur en nog zo het een en ander (waaronder, curieus, “Magnetische halssnoeren: gegalvaniseerde magneten tot een halssnoer geregen, en voor een therapeutisch effect gedragen)”.
OHIM, het “Europese merkenbureau”, weigerde niettemin de inschrijving door het Deense bedrijf. De reden? TDK is zeer actief op het gebied van sponsoring (vooral in de sport) en het merk prijkt daarom op menig voetbal- of atletiekshirt. Als een niet aan TDK gelieerde derde partij nu ineens kleding (waaronder mogelijk sportkleding) gaat verkopen onder de naam TDK krijgen ze gratis alle goodwill cadeau die TDK door jaren van sponsoring heeft opgebouwd. Er is gelukkig een bepaling in de Europese Verordening inzake het Gemeenschapsmerk die zich daartegen verzet, en wel artikel 8, lid 5. Dit artikel bepaalt dat inschrijving van een merk kan worden geweigerd indien het overeenstemt met een in de EU of in een lidstaat bekend merk, en door het gebruik van het merk ongerechtvaardigd voordeel zou worden getrokken uit dat bekende merk. (Binnen het Benelux merkenrecht kennen wij iets soortgelijks in artikel 2.4 sub e BVIE).
Leuk is dat vooral die sponsoring op shirtjes hier de doorslag heeft gegeven. Het Gerecht overwoog terzake: “dat wanneer [de Deense firma] van het aangevraagde merk gebruik maakt voor sportkledij – hetgeen niet uit te sluiten valt-, kan worden aangenomen, gelet op de sponsoring van met name sportevenementen door [TDK], dat deze kledij wordt vervaardigd door, of met een licentie van, [TDK]. Uit deze situatie in se kan prima facie worden geconcludeerd dat het risico dat [de Deense firma] ongerechtvaardigd voordeel trekt uit de reputatie van de oudere merken, die is gevestigd dankzij [TDK's] activiteiten, inspanningen en investeringen gedurende meer dan 20 jaar, in de toekomst niet hypothetisch is.
Helder (ondanks dat in se en prima facie).
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.