Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Je kunt ook niet even rustig op vakantie of de Stichting Brein maakt alweer nieuws met een nieuwe gerechtelijke procedure. Ook nu ging het weer om het opvragen van de NAW-gegevens van een klant van een internetprovider. Verrassend: de rechter legde de provider (UPC) inderdaad de verplichting op deze gegevens te verstrekken. En dat was de eerste keer dat Brein op deze wijze succes boekte.
Genoeg reden om op deze weblog nog even op deze uitspraak in te gaan, ook al dateert deze inmiddels alweer van 24 augustus jongstleden (vakantie; ik zei het al).Brein had UPC in kort geding gedaagd om de naam- en adresgegevens bekend te maken van iemand die veelvuldig films beschikbaar had gesteld voor downloaden op het Bit Torrent netwerk “Dikke Donder” (een netwerk dat later overigens door toedoen van Brein “uit de lucht” is gehaald). UPC wilde dat namelijk niet vrijwillig doen.
De Amsterdamse Voorzieningenrechter begon met aan te geven dat een service provider onder omstandigheden inderdaad verplicht kan zijn om de NAW gegevens van een abonnee te verstrekken aan rechthebbenden. Daarvoor is nodig dat voldoende aannemelijk is dat sprake is van inbreukmakend (onrechtmatig) handelen van de desbetreffende abonnee en dat buiten redelijke twijfel staat dat degene van wie de NAW gegevens ter beschikking worden gesteld ook daadwerkelijk degene is die zich aan dat handelen schuldig zouden hebben gemaakt.Tot zover niets nieuws: de Voorzieningenrechter volgde hier keurig het pad dat door het Amsterdamse Gerechtshof eerder dit jaar werd uitgestippeld in een vergelijkbare zaak. (Saillant detail: die zaak werd toen door Brein verloren, omdat niet zonder redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat degene van wie de gegevens werden gevraagd ook degene was die onrechtmatig had gehandeld.) Nieuw is wel dat de Voorzieningenrechter zich nu expliciet uitliet over de privacy-aspecten, iets wat het Hof niet had gedaan: “In dat geval kan het zo zijn dat de privacybelangen van de betrokkenen bij het geheim houden van hun gegevens moeten wijken voor het belang van de rechthebbenden om tegen het onrechtmatig handelen op te treden.”
Naar de mening van de Voorzieningenrechter is in deze zaak voldoende aannemelijk gemaakt dat de betreffende abonnee inderdaad degene was die op grote schaal ge-upload had. Brein had deze keer o.a. een rapport van twee informatici in de strijd geworpen, waarin werd gesteld dat de koppeling van een bepaald e-mailadres aan een bepaalde user ID op het Dikke Donder Netwerk zo goed als zeker met zich meebracht dat de eigenaar van dat e-mailadres ook degene was die ge-upload had wat in de Dikke Donder Database aan die user ID werd toegeschreven. Het verweer van UPC dat de betrokkene zich weliswaar aanvankelijk met dat e-mailadres had aangemeld, maar dat dit een zogenaamd “secundair” e-mailadres was (niet door UPC, maar door betrokkene zelf aangemaakt en dus door deze ieder moment weer te wijzigen) overtuigde niet. (Voor de uitgebreide en enigszins technische verwerping van dat verweer leze men de uitspraak zelve).
Waar het op neerkomt is dat het dus wel degelijk mogelijk is dat een private organisatie als Brein, zelf geen rechthebbende doch slechts vertegenwoordiger van rechthebbenden, daadwerkelijk een provider kan verplichten NAW gegevens van abonnees door te geven. Als maar buiten redelijke twijfel is dat de gevraagde NAW gegevens inderdaad de gegevens zijn van iemand die auteursrechtinbreuk heeft gepleegd. Dat het daadwerkelijk mogelijk is de rechter ervan te overtuigen dat zoiets in een bepaald geval buiten redelijke twijfel is, is in deze zaak (vooralsnog) aangetoond. Daarmee lijkt mijn voorspelling van begin dit jaar uit te komen: 2006 wordt het jaar van Brein.
(Let echter wel op het “vooralsnog”: er loopt nog een bodemprocedure voor de Rechtbank Haarlem waarin een aantal service providers (waaronder UPC) een verklaring voor recht vordert dat zij niet onrechtmatig handelen jegens Brein door geen NAW gegevens van abonnees te verstrekken en dat zij op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens ook niet tot het verstrekken van die gegevens zijn gehouden. Naar de uitkomst van die procedure blijven wij zeer benieuwd.)
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.