Praktijkgebieden: Privacy
(Huis)artsen mogen niet het sofi-nummer van hun patiënten vragen. Helemaal uit den boze is het dat zij dit nummer gebruiken om het te koppelen aan medische dossiers. Dat heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) gisteren meegedeeld in een brief aan de Landelijke Huisartsenvereniging.
De brief is een reactie van het CBP (de onafhankelijke waakhond voor de privacybescherming) op vragen en klachten van verontruste burgers. Klaarblijkelijk lopen veel artsen al vooruit op de introductie van het Burger Service Nummer (BSN) dat eind dit jaar of begin 2007 zal worden geïntroduceerd. Dat BSN mag wel gebruikt worden in de zorgsector en is daar zelfs mede voor bedoeld, onder andere om bij te dragen aan het goed functioneren van het toekomstige landelijke Elektronisch Patiënten Dossier. In de wet die de introductie van het BSN regelt zijn echter waarborgen opgenomen die ervoor moeten zorgen dat daadwerkelijk het juiste BSN nummer aan de juiste dossiers gehangen wordt. Voor het sofinummer ontbreekt dergelijke regelgeving.
Als het BSN straks wordt ingevoerd zal aan zorgverleners de mogelijkheid worden geboden om in één keer alle juiste nummers van hun patiënten op te vragen. Zij hoeven die dus niet bij hun patiënten op te vragen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.