Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Stelt u zich het volgende voor. U bent eigenaar van een klein landgoed (een “buitenplaats”), ergens in landelijk Nederland. De buitenplaats is al 130 jaar eigendom van uw familie. Er behoort tevens een voormalige dienstwoning bij, een pittoresk huisje dat u met veel aandacht en liefde onderhoudt. Zo zorgt u onder andere dat de luiken mooi geschilderd blijven in de kleuren van de buitenplaats. Het vrijstaande huisje is prachtig gelegen aan de rand van een bosperceel.
Op een dag wijst een kennis u erop dat uw huis op de brochure “Schenken en erven” van een bekende bankinstelling staat. In die brochure staat een interview met een mevrouw die uitlegt dat haar ouders hun huis aan haar broer en haar wensten te schenken en dat de bank, via een hypotheekvariant, behulpzaam is geweest bij de uitkering van de helft van de waarde van het huis. Uw huis is echter nooit verhypothekeerd geweest en van die geïnterviewde mevrouw heeft u ook nog nooit gehoord. Vervolgens blijkt de foto ook nog op de cover van een brochure over hypotheken te staan, evenals op de website van de bank.Wat blijkt: de bank heeft de foto van het huis gekocht van een zogenaamd “stockbureau“. Daar zijn foto's te koop waar men vervolgens auteursrechtelijk gezien mee mag doen wat men wil. U weet echter niet dat er een foto van uw huis bij dat bureau berust. Er is voorzover u weet nooit toestemming gegeven om deze te maken, laat staan om deze te publiceren. De bank wil echter niets van uw protesten weten. Ze hebben keurig voor de foto betaald aan het stockbureau en daarmee is de kous af.
Is die houding terecht? Nee, bepaalde de Rechtbank Rotterdam, sector kanton, in een uitspraak van 3 januari. Het gebruik van een afbeelding van een zaak die niet toebehoort aan degene die de afbeelding gebruikt kan volgens de kantonrechter onrechtmatig zijn jegens de rechthebbende op die zaak. Of dat daadwerkelijk zo is moet aan de hand van de omstandigheden van het geval worden bepaald.Het feit dat de bank keurig heeft betaald aan het stockbureau is in ieder geval niet relevant, evenmin als het feit dat dit stockbureau de auteursrechten bezat. Het gaat hier namelijk helemaal niet over auteursrecht. Wel is volgens de kantonrechter van belang dat de woning geen koophuis is, nooit is verhypothekeerd en dat de bancaire context oneigenlijk is, afgezet tegen de historische en familiale achtergrond van de buitenplaats waarvan de woning deel uitmaakt en die onder de Natuurschoonwet valt. De eigenaren hebben geen relatie met de bank en willen die ook helemaal niet. Zij hebben wel een sterke emotionele band met de woning, “waaraan zij veel tijd en moeite besteden, zonder dat daar noemenswaardige verdiensten tegenover staan, om deze in stand te houden.”
Het moge zo zijn dat de bank van niks wist, terwijl praktisch ondoenlijk is om na te gaan of publicatie onrechtmatig zou zijn. Belangrijker is voor de kantonrechter echter “dat de bank door de omvang van de verspreiding en de commerciële exploitatie van de afbeelding bewust het risico heeft aanvaard dat de eigenaar van de woning hier aanstoot aan zou nemen. Het komt er op neer dat de eigenaar van een particuliere woning toestemming moet geven voor een dergelijke wijze van verspreiding van de afbeelding van zijn woning. De redenen hiervoor zijn te scharen onder de termen “eigendom” en “privacy”. De kantonrechter zou het ook niet prettig vinden indien een afbeelding van zijn woning in voormelde zin zou worden geëxploiteerd, zonder enige inspraak, laat staan toestemming.” Volgde een veroordeling tot schadevergoeding van 5.000 euro.
Stevige taal. En ik moet u zeggen: het spreekt mij wel aan. Wie iets dat zo nabij staat als een eigen huis in de vorm van een herkenbare afbeelding commercieel gaat exploiteren, kan zich er maar beter verdraaid goed rekenschap van geven dat de eigenaar daarmee accoord is. Simpelweg om redenen van, de kantonrechter zei het wat mij betreft uitstekend, “eigendom en privacy”.
Toch is er ook kritiek. Hoogleraar auteursrecht prof. D.J.G. Visser schrijft op boek9.nl dat het vonnis volgens hem onjuist is. Er bestaat immers geen 'portretrecht' op huizen, zo stelt hij, “en dat moeten we maar zo houden”. Ook vindt hij het vreemd dat op deze manier aan de eigenaar een recht toekomt dat de architect niet eens heeft (en daar heeft hij gelijk in, sinds de wijziging van de Auteurswet in september 2004 is toestemming van de architect niet meer nodig).Ik vind dit echter te star vanuit het auteursrecht gedacht. Er is nog veel meer onrechtmatige daads-recht out there dan wordt bestreken door de Auteurswet. “Inbreuk op eens anders recht” kan ook heel goed inbreuk op een privacy of eigendomsrecht zijn.De kantonrechter heeft dat goed gezien.
Zie ook de update bij dit artikel van maart 2007
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.