Praktijkgebieden: ICT en internetrecht
Ook het komende jaar zal er ongetwijfeld weer heel veel auteursrechtelijk beschermd material op internet worden aangeboden zonder dat de rechthebbenden daarvoor toestemming hebben gegeven. De stichting BREIN zal daar op haar beurt als een terrier achteraan blijven zitten. Wordt 2006 hun jaar?
Met veel gejuich heeft BREIN eind november de uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Pessers / Lycos binnengehaald. Ik bedoel dat niet alleen in overdrachtelijke zin: BREIN heeft de eiser in deze procedure ook gesteund in de door hem gemaakte proceskosten. De Hoge Raad bepaalde in zijn uitspraak dat internet providers in bepaalde gevallen ook in civiele zaken naam, adres en woonplaats van hun abonnees bekend moeten maken. Daarvoor geldt een relatief lichte toets: die gegevens moeten al bekend gemaakt worden als gepubliceerde informatie jegens een derde onrechtmatig zou kúnnen zijn, als deze daardoor schade kan lijden en als er geen minder ingrijpende manier is om achter de NAW gegevens te komen. Daarna volgt dan nog wel een belangenafweging tussen het privacybelang van de websitehouder en het belang van het 'slachtoffer' van de publicatie om degene te vinden die hij kan aanspreken.
Koren op de molen van BREIN is natuurlijk het feit dat de Hoge Raad hier ook in civilibus (en zelfs met een bepaaldelijk lichte toets) het opeisen van NAW gegevens mogelijk maakt. Die mogelijkheid zullen zij graag willen benutten als ze op het net weer zo’n onverbeterlijke aanbieder van beschermd materiaal ontwaren. Maar wacht even…: de uitspraak van de Hoge Raad is eerst en vooral gericht op zaken waarin sprake is van een onrechtmatige publicatie op het net. Dat is iets anders dan het (via P2P of anderszins) aanbieden van beschermde werken. Of ook in die situaties aan private organisaties en personen zal moeten worden verstrekt en of dat onder dezelfde lichte toets moet gebeuren moet nog maar blijken.
En daar gaat BREIN dus voor zorgen, dat is mijn voorspelling voor het komende jaar. Ik verwacht dat we binnen enkele maanden de eerste procedure tegen een provider tegemoet kunnen zien. Waar BREIN dit jaar een dergelijke procedure nog verloor (zij het op punten en bepaald niet in een knock out), zullen ze het dit jaar met de uitspraak van de Hoge Raad in de rug nogmaals proberen.
Een uitspraak van ons hoogste rechtscollege is het komende jaar nog niet te verwachten. Daarvoor malen de rechtsprekende molens te langzaam. Maar een eerste indicatie middels een vonnis van een Rechtbank zit er wel in. En dan zullen we zien in hoeverre WebWereld gelijk heeft met haar stelling dat het bestrijden van P2P dweilen met de kraan open is…
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied ict en internetrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.