icon

HR in Lycos-uitspraak: provider moet NAW gegevens verstrekken!

De Hoge Raad heeft vandaag in een belangrijke uitspraak bevestigd dat internet providers onder bepaalde omstandigheden naam, adres en woonplaatsgegevens van hun abonnees bekend moeten maken aan derden. Providers moesten op grond van de wet deze gegevens al bekend maken aan de 'bevoegde autoriteiten' (in de praktijk: justitie) maar thans staat vast dat dit in bepaalde gevallen ook moet aan particulieren.

De uitspraak is gedaan in een kort geding over een postzegelhandelaar, de heer Pessers, die op een door Lycos gehoste website werd beschuldigd van oplichting. Pessers heeft daarop de hostingprovider van de betreffende website aangesproken met het verzoek informatie te geven over degene die achter die website zat. Provider Lycos wilde die informatie om privacy redenen niet geven.

Van het Gerechtshof moest Lycos dat echter wel en die uitspraak is vandaag door de Hoge Raad bevestigd. Al eerder was uitgemaakt dat een provider de onrechtmatige mededeling zelf alleen hoeft weg te halen als deze 'onmiskenbaar onrechtmatig'is. Het enkele feit dat de uitspraak anoniem is gedaan maakt deze op zichzelf nog niet onmiskenbaar onrechtmatig. Onder omstandigheden kan een websitehouder er immers een gerechtvaardigd belang bij hebben om vermeende misstanden anoniem aan de kaak te stellen.
Het Hof formuleerde echter een aparte en lichtere toets voor de vraag of de provider de NAW gegevens moet verstrekken. Daarvoor hoeft de gepubliceerde informatie niet onmiskenbaar onrechtmatig te zijn. Het is voldoende dat de gepubliceerde informatie jegens de derde wel onrechtmatig zou kúnnen zijn, dat deze daardoor schade kan lijden en dat er geen minder ingrijpende manier is om achter de NAW gegevens te komen. Vervolgens dient dan nog een belangenafweging plaats te vinden tussen het privacybelang van de websitehouder en het belang van het 'slachtoffer' van de publicatie om degene te vinden die hij kan aanspreken.

Lycos had betoogd dat de Richtlijn Elektronische Handel (waarin de aansprakelijkheid van providers en hun verplichting gegevens te verstrekken aan 'bevoegde autoriteiten' is geregeld) niet meebrengt dat in een civiel geval als dit gegevens verstrekt zouden moeten worden aan een willekeurige burger. De Hoge Raad stelt daar echter tegenover dat de Richtlijn niet meebrengt dat een verstrekking van NAW gegevens niet óók in andere dan de expliciet in de Richtlijn genoemde gevallen opgelegd kan worden. Uit de preambule van de Richtlijn en enkele andere artikelen valt zelfs af te leiden dat dit hoogst wenselijk is.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak overigens wél expliciet overwogen dat het van de concrete omstandigheden van het geval zal afhangen of een provider onrechtmatig handelt door te weigeren de NAW-gegevens aan de beschuldigde te verstrekken. De door het Hof geformuleerde regel is volgens de Hoge Raad dan ook expliciet niet een algemene regel 'dat ieder die kennis bezit van bepaalde informatie verplicht is deze te verschaffen aan degene die bij kennisneming van die voor hem onbekende informatie een redelijk belang heeft' maar toegesneden op het onderhavige geval.

Dat betekent bijvoorbeeld dat de stichting BREIN (die deze procedure mede had gefinancierd) niet automatisch met deze uitspraak in de hand kan roepen dat providers ook de NAW gegevens van illegale aanbieders van muziek op internet moet verstrekken. Het is overigens te verwachten dat BREIN dat wel gaat proberen. Als de providers niet meewerken zullen ze daartoe echter wellicht eerst op hun beurt tot aan de Hoge Raad moeten doorprocederen…

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
HR in Lycos-uitspraak: provider moet NAW gegevens verstrekken!

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief