Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft deze week bevolen dat de eigenaar van het internetdomein www.injeholland.nl de registratie van dit domein opheft. Ook moet hij ieder gebruik van de aanduiding 'injeholland' staken en gestaakt houden. Naar het oordeel van de Voorzieningenrechter is sprake van inbreuk op het merk “InHolland” dat eigendom is van de Hogeschool InHolland (de grootste van Nederland met 40.000 studenten).
Het internetdomein werd gebruikt door een kritische ex-student van de hogeschool. Hij had op de website een forum geplaatst waar over de hogeschool werd gediscussieerd. Daarbij werden soms felle en vergaande teksten gebruikt (zie voor voorbeelden de link naar het vonnis onderaan deze bijdrage).De rechter was van mening dat sprake is van merkinbreuk. Artikel 13A lid 1 onder d van de toepasselijke Benelux Merkenwet bepaalt dat een merkhouder zich onder andere kan verzetten tegen gebruik van een met zijn merk overeenstemmend teken als daardoor zonder geldige reden afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk. Dat was hier volgens de rechter aan de orde. Het enkele feit dat onder dat teken een klachtensite in stand werd gehouden was daarvoor naar zijn oordeel al genoeg.
De eigenaar van de website had nog betoogd dat hij wel een geldige reden had. De Hogeschool bood volgens hem geen enkele mogelijkheid kritiek te uiten op het onderwijs en op de diverse reorganisaties. De rechter gaf hem in zoverre gelijk dat hij natuurlijk, alleen al vanwege de vrijheid van meningsuiting, kritiek mag uiten en kanaliseren, ook via een website. Hij heeft echter niet een geldige reden om dat te doen met gebruikmaking van een teken (“injeholland”) dat afbreuk doet aan de reputatie van een merk (“inholland”).
De Hogeschool had ook nog geprobeerd de namen van enkele posters op de site los te krijgen, vanwege door dezen geplaatste beledigingen (waaronder beldigende 'smileys') maar dat ging de rechter te ver.
Al met al een heel acceptabele uitspraak. Wie klachten wil uiten over (het bedrijf van) de eigenaar van een merk is daar natuurlijk vrij in. Dit mag ook op het web, zolang de grenzen van de vrijheid van meningsuiting niet worden overschreden. Maar er is geen geldige reden om daarbij afbreuk te doen aan de reputatie van het merk. Hoewel de rechter dit niet met zoveel worden heeft gesteld zal daarbij in dit geval ongetwijfeld ook de verbastering van de merknaam een rol hebben gespeeld.
Lees hier het vonnis (via Solv).
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.