icon

BREIN gaat providers dagvaarden

Het zat er aan te komen en was ook in deze weblog al aangekondigd: de Stichting BREIN (Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland) gaat de internetproviders dagvaarden die weigeren namen en adresgegevens te verstrekken van een aantal bij hen aangesloten personen die via P2P filesharing auteursrechtelijk beschermde bestanden hebben uitgewisseld. De betreffende personen konden door BREIN niet verder worden geïdentificeerd dan tot een IP-nummer. De providers weten echter precies wie er achter die nummers schuilgaan.
Maar ze willen het niet zeggen. Hun Algemene Voorwaarden staan dat niet toe. Ze vinden het ook uit overwegingen van privacybescherming niet gewenst deze informatie te verstrekken aan een organisatie die uiteindelijk niets meer is dan een civiele stichting. Zij willen de gegevens alleen afstaan op rechterlijk bevel of op het bevel van een opsporingsorganisatie.

Die laatste mogelijkheid had voor BREIN natuurlijk ook open gelegen. Het maken van auteursrechtinbreuk is niet alleen civielrechtelijk onrechtmatig, maar is tegelijk ook een strafbaar feit. BREIN zou aangifte kunnen doen en de zaak verder kunnen laten afhandelen door het Openbaar Ministerie in een strafproces. Desgewenst zou zij zich zelfs in dat proces kunnen voegen om schadevergoeding te krijgen. Die weg volgt men echter niet. Men wil de zaak klaarblijkelijk principieel voor de civiele rechter uitvechten.

Planet Multimedia meldt dat BREIN van mening is dat er geen enkel juridisch beletsel is voor de providers om de informatie te verschaffen. BREIN verwijst in dat verband naar artikel 8 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), de belangrijkste Nederlandse wet op het gebied van de privacybescherming. Dit artikel noemt de situaties waarin persoonsgegevens kunnen worden verwerkt. Sub f wordt daar de situatie genoemd dat “de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt”. Er staat echter direct bij, dat dit niet opgaat indien het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene (lees: degene om wiens gegevens het gaat) voorrang verdienen, in het bijzonder diens recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De rechter zal dus moeten toetsen of hier het belang van BREIN of dat van de internetgebruiker voorgaat. Bovendien moet de rechter oordelen of die gegevensverstrekking noodzakelijk is. De providers zullen ongetwijfeld aanvoeren dat dit niet zo is, omdat BREIN ook de bovengenoemde weg van de strafrechtelijke aangifte kan volgen.

Maar dat is nog niet alles. Je kunt je afvragen of BREIN met een beroep op artikel 8f van de WBP niet een oneigenlijk argument gebruikt. Het is weliswaar zo dat volgens het betreffende artikel in de genoemde situatie een van de gevallen vormt waarin in beginsel persoonsgegevens kunnen worden verwerkt, maar dat wil nog niet zeggen dat ze dus ook aan BREIN moeten (of zelfs mogen) worden verstrekt. Er staat namelijk nog veel meer in de WBP. Zo mogen (artikel 7 WBP) persoonsgegevens uitsluitend voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld. Die doeleinden zijn door de providers tevoren vastgesteld en meegedeeld aan het College Bescherming Persoonsgegevens. Het doel moet tevens zijn meegedeeld aan degene wiens gegevens zijn verzameld (artikel 33, lid 2). Ik betwijfel of “verstrekking aan een organisatie van auteursrechthebbenden” onderdeel is van die doelomschrijving. En artikel 9 WBP verbiedt de verdere verwerking van gegevens die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor deze zijn verkregen.

Als BREIN dit argument wil hanteren moet ze dus bedacht zijn op tegenstand. Al kan ik mij voorstellen dat ze zal aanvoeren dat een van de doelen voor het vergaren van de adresgegevens van de aangeslotenen moet zijn geweest het traceerbaar maken van deze internetgebruikers, al is het maar ten behoeve van de opsporingsautoriteiten. En dat verstrekking aan een club van belanghebbenden daar nu ook weer niet zo heel erg ver van verwijderd is…

We gaan het meemaken, op 16 juni aanstaande voor de Rechtbank Utrecht.

Update: Inmiddels hebben de in kort geding gedagvaarde providers aangekondigd zelf een bodemprocedure te zullen gaan aanspannen tegen BREIN. Ik vermoed dat daar een verklaring voor recht zal worden gevraagd dat de providers niet verplicht zijn de NAW gegevens te verstrekken. Zij zijn van mening dat de zaak te complex is om te worden afgehandeld in kort geding en hopen dat de Voorzieningenrechter de uitspraak in de bodemprocedure zal willen afwachten. We zullen zien.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
BREIN gaat providers dagvaarden

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief