Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Dat ze naar Tien gingen was al bekend, maar werken ze nu ook al mee aan een Croky reclame? Nou… nee, want Barend en Van Dorp waren oprecht verbaasd toen in het reclameblok middenin hun eigen programma de Croky commercial voorbijkwam waarin zij in getekende vorm en met nagebootste stem figureerden. Ze waren niet tevoren geïnformeerd en hadden al helemaal geen toestemming gegeven. Mag zoiets nou zomaar?
Nee, ik denk het niet. Behalve het feit dat het hier bewegende beelden betrof, verschilt de zaak inhoudelijk niet wezenlijk van die van premier Balkenende die zich -als peuter getekend- op de cover van de Kijkshop reclamefolder aantrof. Hij had daarvoor geen toestemming gegeven. Dat hij toch op die cover stond vormde een inbreuk op zijn portretrecht en dat ligt hier naar mijn mening niet anders.
Wij hebben allemaal het recht om ons te verzetten tegen het openbaar maken van een afbeelding van ons gezicht, als we tenminste een redelijk belang hebben dat zich tegen die openbaarmaking verzet. Zo'n belang kan een privacy belang zijn, maar ook een financieel belang. Sinds de uitspraak van de Hoge Raad in het zogenaamde Disco Danser arrest uit 1997 staat vast dat zo'n redelijk belang in beginsel altijd aanwezig is als zonder toestemming een portret gebruikt wordt in een reclame-uiting. Dat komt omdat men dan ongewild geassocieerd wordt met het geadverteerde product.
In het onderhavige geval komt daar nog iets bij. Barend en Van Dorp zijn, net als Philip Freriks die in een vergelijkbare Croky spot figureert, bekende Nederlanders. Die verkeren in de positie dat zij normaal gesproken geld kunnen vragen voor een optreden in een reclame. Die mogelijkheid is hen hier ontnomen doordat ze zijn nagetekend zonder dat eerst hun toestemming is gevraagd. In beginsel brengt dat met zich mee dat zij schadevergoeding kunnen vorderen.
Wist Croky dat dan niet? Vermoedelijk wel degelijk. Maar het kan zijn dat Croky meent een beroep te kunnen doen op de zogenaamde “parodie exceptie”. Dit verweer, sinds 2004 expliciet in de Auteurswet erkend, houdt in dat men een auteursrechtelijk beschermd werk mag verveelvoudigen en openbaar maken als dit een parodierend karakter heeft. Het is echter zeer de vraag of die parodie exceptie ook geldt met betrekking tot portretten. In de bovengenoemde zaak van premier Balkenende maakte de rechter in ieder geval korte metten met een dergelijk verweer. Bij een commerciele uiting als een reclamecampagne is voor een parodie maar een heel beperkte ruimte. Dikke kans dat Croky daar buiten is getreden.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.