Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
… aldus de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem in zijn vonnis van hedenmiddag, betreffende de AH huismerken die zo verdacht veel op Unilever producten leken. Volgens de rechter valt dat in veel gevallen (vooralsnog) wel mee.Voor we verder gaan: misschien wilt u eerst eens kijken wat u daar zelf van vindt: de website van het NOS Journaal maakte een leuk kwisje!
De rechter heeft een algemene vordering van Unilever, gebaseerd op onrechtmatige concurrentie, niet willen toewijzen. Naar zijn oordeel was van het daarvoor benodigde stelselmatige karakter van het nabootsen van 'product-ranges' en verpakkingen van Unilever door Albert Heijn onvoldoende gebleken.
Dat betekende dat de dertien producten ten aanzien waarvan Unilever zich op inbreuk beriep individueel moesten worden bekeken.Voor zover Unilever zich in dat verband op gedeponeerde kleuren als merk had willen beroepen gaf de rechter al direct niet thuis. Wil men een kleur als merk kunnen handhaven dan moet die kleur een zeer sterk onderscheidend vermogen hebben ontwikkeld voor het betreffende merk. Dat heeft Unilever (althans in dit kort geding) onvoldoende aangetoond. De rechter was er bovendien niet van overtuigd dat de betreffende kleuren wel als merk gedeponeerd hadden kunnen worden.Met betrekking tot twee merken nam de rechter merkinbreuk aan. De pot van de pindakaas met 25% minder vet met blauwe dop maakt inbreuk op de vergelijkbare Calve pot. Albert Heijn had aangevoerd dat lichtblauw in de markt als “kleurcode” zou moeten worden beschouwd voor een “light” product, maar het door haar zelf overgelegde marktonderzoek gaf aan dat slechts 10,8 % van de bevolking licht blauw als zodanig opvat.Het kuipje huismerkmargarine met de teksten “voor op brood” en “licht en smaakvol” maakte volgens de rechter inbreuk op het Blue Band kuipje. Die teksten, die letterlijk ook op het Blue Band kuipje staan, gaven de doorslag. Bij de andere producten wogen de verschillen voor de rechter zwaarder dan de overeenkomsten.
Dat van die pindakaas met blauwe dop en margarine had ik al wel aan zien komen. Maar, eerlijk is eerlijk, ik had toch ook in enkele andere gevallen wel verwacht dat inbreuk zou worden aangenomen. Ten aanzien van de ijsthee scheelde het overigens niet veel; we zullen zien hoe hier in het (door Unilver reeds aangekondigde) hoger beroep over zal worden geoordeeld.
De Voorzieningenrechter heeft op diverse plaatsen in het vonnis duidelijk gemaakt dat het hier een kort geding betrof, waarbinnen geen uitvoerig onderzoek naar de feiten kan plaatsvinden. Die ruimte zal er in hoger beroep ook niet zijn. Wel in een bodemprocedure, als het daar ooit van komt.
Hoe dan ook… De echtgenote van de Unilever marketingdirecteur die per ongeluk met een AH- in plaats van een Unox-worst thuiskwam zal voorlopig goed moeten kijken wat ze uit het schap pakt…
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.