Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een onderzoek in opdracht van Randstad in het kader van de “Werk Monitor februari 2005” heeft onder andere aandacht besteed aan “kleine zonden op de werkplek”. Het onderzoek onder 440 werknemers van 18 jaar en ouder richtte zich daarbij ook op e-mailen en internetten in “tijd van de baas”. Wat blijkt? Gemiddeld één op de tien ontvangen en verzonden e-mails op het werk is privé. Ook wordt er veelvuldig privé geïnternet op de werkplek. 35% van de ondervraagden vond dat dit ook gewoon moet kunnen. 34% vond juist het omgekeerde.Opvallend is dat de meningen over controle op het emailgedrag door de werkgever net zo verdeeld zijn. 41% vond dat dit moet kunnen, terwijl 42% er een probleem mee had.
Hoe ligt dit juridisch? Uitspraken van rechters willen nog wel eens verschillen, maar algemeen wordt aangenomen dat de werkgever een zekere mate van privé activiteiten op de werkvloer, zoals bellen en e-mailen, zal moeten accepteren. Dat wordt geheel anders wanneer telefoon en computer worden gebruikt voor illegale activiteiten of voor zaken die de werkgever schaden. In dat geval mag worden ingegrepen, hetgeen ook kan leiden tot ontslag.
Maar hoe kom je er achter? Mag een werkgever de mails van zijn werknemers lezen en hun surfgedrag monitoren? Ook dat hangt ervan af.Een werkgever doet er zeer verstandig aan, in overleg met de Ondernemingsraad een duidelijke gedragscode af te spreken voor het gebruik van internet en e-mail. Werknemers dienen regelmatig op het bestaan van die code te worden gewezen (bijvoorbeeld via een standaardtekst bij het opstarten van de computer). Ontstaat er dan een redelijk vermoeden dat in strijd met de code wordt gehandeld, dan mag een werkgever op onderzoek gaan. Hij dient daarbij voorzichtig te beginnen (niet meteen e-mails lezen, maar eerst kijken naar de omvang van mails en datastromen, vervolgens of er veel onverklaarbare attachments zijn, of de mails rare titels dragen, etc.) Zo steeds een stapje verder, naarmate de verdenking duidelijker wordt. Pas in laatste instantie (en alleen indien nodig) komt men zo echt in de privé-sfeer terecht.
Een goede gedragscode geeft veel duidelijkheid op de werkvloer en maakt ingrijpen gemakkelijker. De meningen zullen een stuk minder verdeeld zijn over wat wel en niet kan.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.