Praktijkgebieden: Privacy
Sinds september 2001 is de privacybescherming in Nederland geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Bij die gelegenheid is de voormalige Registratiekamer omgedoopt in College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Het CBP heeft bij die gelegenheid ook “tanden gekregen“. Het kreeg namelijk de bevoegdheid boetes op te leggen wanneer de WBP wordt overtreden.
Een van de verplichtingen in de WBP is het melden van het verwerken van persoonsgegevens. Dat wil zeggen dat iedereen die gegevens bijhoudt (of wijzigt, gebruikt, ter inzage geeft, etc.), die herleidbaar zijn naar personen, daarvan melding moet maken. Iedereen? Nou, dat valt nog wel mee: gelukkig is de strikte privesfeer uitgezonderd en is er een uitgebreid vrijstellingsbesluit bij de WBP dat de boel nog een beetje hanteerbaar houdt. (Anders zou u ook uw christmascard-list en salaris-administratie moeten aanmelden). Maar feit is dat veel verwerkingen van persoonsgegevens moeten worden aangemeld. Dat is overigens niet erg ingewikkeld: de website van het CBP (www.cbpweb.nl) biedt ondersteuning om dit gemakkelijk en vrijwel geheel langs elektronische weg te doen.
Wie het niet doet en niet onder een vrijstelling valt kan een boete krijgen. In juli 2003 (tien maanden nadat de meldingsplicht van kracht was geworden) is het CBP steekproefsgewijs gaan controleren. Dat heeft, zo meldt het CBP, geleid tot 29 boetes. 14 gemeenten, 3 direct marketing bedrijven, 3 zorgverzekeraars en 9 arbodiensten waren de klos. De boetes liepen uiteen van 3000 tot 15000 euro.
B&W van de gemeente Best lieten het er niet bij zitten en legden de zaak aan de bestuursrechter voor, onder andere aanvoerend dat een steekproefcontrole in strijd zou zijn met het bestuursrechtelijke verbod op willekeur: Best kreeg nu een boete en vele anderen niet. De rechtbank, sector bestuursrecht was daarvoor echter niet gevoelig. In redelijkheid kan niet worden verwacht dat iedereen wordt gecontroleerd en het CBP is volstrekt a-select te werk gegaan.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied privacy.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.