Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Den Haag had gisteren een primeur. Hij sprak -voorzover bekend- het eerste Nederlandse vonnis uit over zogenaamde “Google Adwords”. Dit is een advertentieservice die door Google wordt aangeboden. Het werkt simpel: je geeft een aantal woorden op aan Google en deze zorgt ervoor dat als zo'n woord als zoekterm wordt ingetypt, naast de zoekresultaten ook jouw advertentie verschijnt. Maar wat nou als zo'n trigger-woord het geregistreerde merk van een ander is? Is hier dan sprake van “gebruik van een merk in het economisch verkeer” waardoor “ongerechtvaardigd voordeel kan worden getrokken uit” het merk van een ander? Zo ja, dan kan de merkhouder zich daar op grond van de Benelux Merkenwet tegen verzetten.
En daar ging de zaak (onder andere) over. Telecom-aanbieder Yiggers B.V. had de zoekterm “Pretium” als zo'n bovenbedoeld “Adword” gebruikt. Pretium is echter een geregistreerd merk, eigendom van Pretium B.V., een rechtstreekse concurrent van Yiggers. Daarnaast is het door Pretium B.V. als handelsnaam geregistreerd.
De Voorzieningenrechter besliste dat hier sprake was van merkinbreuk. Hij heeft zich daarbij niet uitgelaten over de precieze juridische kwalificatie van die merkinbreuk. De Voorzieningenrechter sprak echter een duidelijk verbod uit: Yiggers werd met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis verboden inbreuk te maken op de merkrechten van Pretium B.V. en op de handelsnamen van Pretium B.V. en Pretium Telecom B.V. “in het bijzonder door […] daaraan in de zoekmachine van Google en/of enige andere zoekmachine een advertentie en/of een verwijzing naar (een website van) Yiggers te (doen) verbinden”;
Google zelf bleef in deze uitspraak geheel buiten schot: er was geen vordering tegen het bedrijf ingesteld. In een aantal buitenlanden is dat anders. Er lopen rechtszaken in de VS, Frankrijk en Duitsland, waarin ook aan Google zelf merkinbreuk wordt verweten. Google stelt zich daarbij overigens op het standpunt dat zij slechts een passieve aanbieder is en zelf niet de Adwords bepaalt. Het gerucht gaat echter dat Google terzake wel suggesties doet…
Het valt te verwachten dat het niet bij deze eerste uitspraak gaat blijven, al moet geconstateerd worden dat bedrijven doorgaans voorzichtig zijn met het als Adword opgeven van het merk van hun concurrent. Ten aanzien van metatags (woorden die verborgen zitten in de code van de webpagina en de bedoeling hebben zoekmachines aan te trekken) is men soms wat minder scrupuleus. Op dat vlak loopt nog een aantal procedures, nadat Intermediair (VNU)eerder in het stof beet jegens Monsterboard (maar dat kwam vermoedelijk omdat “intermediair” nu eenmaal ook los van de merknaam een redelijk gangbaar woord is). Zoekmachines gaan echter in toenemende mate gewoon aan metatags voorbij.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.