Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Voor morgenmiddag staat een opmerkelijke demonstratie aangekondigd op de Dam in Amsterdam. Niet tegen het kabinetsbeleid, niet voor het pre-pensioen, maar gericht tegen voor velen aanzienlijk verder van het bed gelegen plannen: de EU voornemens octrooi mogelijk te gaan maken op software. De demonstratie vindt plaats rond een conferentie over de toekomst van de ICT in Europa, die zal worden voorgezeten door minister Brinkhorst.Vanwaar deze ophef? Wat is er tegen om een uitvinding op softwaregebied dezelfde bescherming te geven als een uitvinding op het gebied van bijvoorbeeld de farmaceutica?
Software wordt uiteraard al beschermd. U mag bijvoorbeeld niet zomaar de nieuwste versie van Windows van de buurman lenen en op uw PC installeren. De huidige bescherming is echter gebaseerd op het auteursrecht. En het auteursrecht beschermt uitsluitend concrete vormgeving. “Een internet-browser” zal daarom nooit auteursrechtelijk beschermd zijn. Concrete internet-browsers als Internet Explorer en Netscape zijn dat echter wel. Een concurrent mag daar niet te dicht tegenaan gaan zitten (mooier gezegd: mag geen “auteursrechtelijk beschermde elementen herkenbaar overnemen in zijn eigen product”), maar zelf het idee “internet browser” op zijn eigen manier vormgeven mag hij wel.
En dat ligt in de praktijk nou net iets anders in het octrooirecht. Daar worden uitvindingen beschermd. Een uitvinding is formeel nog wel iets heel anders dan een idee, maar in de praktijk kan dat anders uitpakken. De octrooiwetgeving schrijft voor dat men zijn uitvinding zeer concreet omschrijft (zodanig dat een beetje techneut deze zo zou kunnen nabouwen) alvorens daar octrooi op kan worden verkregen. In de praktijk komt men echter ook weg met veel globalere omschrijvingen. Ideeen dus bijna. Voeg daarbij de trend dat grote ondernemingen in toenemende mate een “strategisch octrooibeleid” voeren (hetgeen wil zeggen dat ze octrooi vragen op uitvindingen die ze niet willen gaan gebruiken, uitsluitend om de concurrentie dwars te zitten) en het beeld wordt duidelijk.De angst leeft (ook onder IE-juristen) dat het openstellen van deze mogelijkheden voor software betekent dat nieuwe ideeen op ICT gebied gemonopoliseerd kunnen worden nog voordat ze concreet (en dus op breed gebied) kunnen worden vormgegeven. Daarmee zou de innovatie binnen de ICT sector worden belemmerd. Dit ten gunste van de grote softwarefabrikanten en ten koste van de kleinere, innovatieve ondernemingen. Het past in dit beeld dat Philips software directeur Hans Streng afgelopen zaterdag in het AD dreigde dat Philips de software-ontwikkeling zou gaan overhevelen naar de VS en Azie. Met name in de VS is octrooi op software wel mogelijk. Men gaat daar nog verder en beschermt zelfs business methods via het octrooirecht.Zie ook: update 1, update 2, update 3, update 4 en update 5
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.