Praktijkgebieden: Mediarecht
NRC Handelsblad meldde gisteren dat VARA-persoonlijkheid Marcel van Dam in 2002 van het ministerie van VWS in vijf maanden 130.000 euro zou hebben ontvangen voor het leiden van 'Het Lagerhuis-debatten'. De debatten werden gehouden in het kader van de modernisering van de AWBZ. De krant meldt dat uit de offerte die Van Dam naar VWS stuurde blijkt dat deze zich aanbood als leider van discussies 'zoals die plaatsvinden in het televisie-programma 'Het Lagerhuis''. Van Dam zei desgevraagd tegen NRC Handelsblad niet meer te weten of hij toestemming van de VARA had voor het leiden van de debatten onder die titel. Maakt dat eigenlijk iets uit?'Het Lagerhuis' is door de VARA als merk geregistreerd. Dit is onder andere gebeurd voor 'realisatie en regie van radio- en televisieprogramma's', maar ook voor 'het organiseren van landelijke debat- en publieksbijeenkomsten voor educatieve en culturele doeleinden'. Wie dergelijke debatten in den lande onder de naam 'Het Lagerhuis' wil gaan voeren zal dus in beginsel de toestemming van de VARA nodig hebben. In beginsel… Want sommige gedeponeerde merken zijn te weinig onderscheidend om een geldig merkrecht op te leveren. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat mensen een hele gewone aanduiding voor een bepaald product of dienst via het merkrecht monopoliseren. Vaak worden te weinig onderscheidende merken er door het Benelux Merkenbureau (BMB) al uitgefilterd, maar soms blijkt het pas in een inbreukzaak voor de rechter. 'Het Lagerhuis' heeft de BMB toets blijkbaar kunnen passeren, maar of het echt een houdbaar merk is voor publieksdiscussies zou pas blijken in een eventuele procedure. Een sterk punt in dat verband voor de VARA: naarmate een merk meer ingeburgerd is stijgt de onderscheidende kracht.
Overigens is het programma 'Het Lagerhuis' mogelijk niet alleen via de naam, maar ook via het zogenaamde format beschermd. Als een televisieprogramma voldoende oorspronkelijk is in de wijze waarop dit is opgebouwd (het format) rust er auteursrecht op. Om op deze grond in een inbreuksituatie te belanden zal een ander programma of een 'debat en publieksbijeenkomst' echter wel dicht tegen het origineel (althans tegen beschermde elementen uit het origineel) moeten gaan aanzitten…
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied mediarecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.