Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
In een bijdrage in deze blAWg van vorige week besteedde ik aandacht aan het kort geding dat was aangespannen tegen de eigenaar van een sigarenwinkel die in zijn etalage een foto van een vermeende winkeldief had opgehangen. Daarbij was de aandacht vooral gericht op de beperkingen die het portretrecht aan een dergelijke actie stelt.Nu lezen wij in NRC en de Volkskrant dat de “Landelijke Selectiecommissie Opsporingsberichtgeving” van het OM aanbeveelt vaker portretten van verdachten van strafbare feiten te publiceren. Waar dergelijke portretten nu alleen nog maar in Opsporing Verzocht en soortgelijke programma’s verschijnen als sprake is van ernstige feiten, stelt de commissie voor dit mogelijk te maken bij de opsporing van ieder feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Zijn hier dan geen portretrechtelijke beperkingen aan de orde? Nee, in beginsel niet. Wat de sigarenwinkelier vermoedelijk niet zomaar mag, mag het OM wel. In de Auteurswet staat een specifiek op dit doel gericht artikel 22: 1. In het belang van de openbare veiligheid alsmede ter opsporing van strafbare feiten mogen afbeeldingen van welke aard ook door of vanwege de justitie worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt.2. Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde of wetenschap wordt niet beschouwd het overnemen ervan ten behoeve van de openbare veiligheid of om het goede verloop van een bestuurlijke, parlementaire of gerechtelijke procedure of de berichtgeving daarover te waarborgen. [tekst van 1 september aanstaande]Zowel het portretrecht als het auteursrecht zijn daarmee buiten spel geplaatst. Al blijft het natuurlijk interessant je af te vragen wat er zou gebeuren als een oppassende burger die toevallig lijkt op een gezochte winkeldief een claim indient bij Justitie omdat “zijn” compositietekening bij Opsporing Verzocht in beeld was. (Antwoord: vermoedelijk heel weinig).
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.