Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
In het UEFA Euro 2004 voetbaltoernooi zijn de merken van de sponsoren heilig. Van Nederlandse supporters zijn honderden Heineken-mutsen en de bekende luidsprekerhoeden in beslag genomen. Daarnaast moesten zelfs reclamevrije fangidsen (met programma's en tips over vervoer) het ontgelden. Sponsor Mastercard had namelijk ook zo'n gids uitgegeven. UEFA officials waren onverbiddelijk en namen al deze artikelen in beslag. Mogen UEFA officials zoiets zomaar doen? Nee, natuurlijk niet. De artikelen waren eigendom van de supporters en het eigendomsrecht is in beginsel onschendbaar. Er was dan ook een Portugese noodwet nodig om dit ingrijpen mogelijk te maken. Het merkrecht van de sponsoren bleek daarmee sterker dan het eigendomsrecht.
Het begrip 'merk' heeft daarmee in Portugal tijdelijk wel een zeer zware inhoud gekregen – tenminste waar het een sponsormerk betreft. Normaal gesproken kan men met een merkrecht immers slechts inbreuk door derden op het merk tegenhouden. Een merk, of een daarop lijkende aanduiding, mag door een concurrent niet zonder toestemming van de merkhouder worden gebruikt voor vergelijkbare artikelen. Een luidsprekerhoed is echter geen biertje; bovendien staat er geen Carlsberg op, maar gewoon Heineken. En toch moet de hoed worden ingeleverd. Dat kan natuurlijk geen gevolg meer zijn van het merkenrecht of van enig ander 'nornaal' recht van de sponsoren. Zoiets kan alleen door bijzondere wetgeving worden geregeld (waarbij zich de interessante vraag voordoet of aan het tot stand komen van die wetgeving een contract tussen UEFA en de Portugese staat ten grondslag ligt… Wetgeving op bestelling lijkt een wonderlijk idee).
Overigens zou een noodwet niet nodig zijn geweest als men alleen in het stadion de artikelen van concurrerende merken had willen verbieden. Een stadion is een besloten terrein en de eigenaar kan (al dan niet ingefluisterd door UEFA) voor het betreden daarvan alle voorwaarden stellen die hij wil. Maar dat was voor UEFA en haar sponsoren kennelijk niet voldoende.
Lex Bruinhof is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.