Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Vanaf 1 januari 2027 veranderen de regels voor het uitlenen van personeel in Nederland. Met de komst van een toelatingsplicht voor uitleners in de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) wil de overheid de kwaliteit en betrouwbaarheid van de uitzendbranche verhogen, misstanden aanpakken en de bescherming van flexwerkers verbeteren. Wat zijn de belangrijkste veranderingen en wat betekent dit voor de praktijk?
Toelatingsplicht
Vanaf 2027 mag uitsluitend een gecertificeerde onderneming arbeidskrachten ter beschikking stellen. Dit betekent dat iedere uitlener in het bezit moet zijn van een toelating of voorlopige toelating. Voorwaarden voor deze toelating zijn:
De waarborgsom is niet vereist voor ondernemingen die in de vier jaar vóór 1 januari 2027 in het handelsregister onafgebroken stonden ingeschreven met de registratie ter beschikking stellen van arbeidskrachten als bedrijfsactiviteit, aantoonbaar arbeidskrachten ter beschikking stelden in die periode en een bij de aanvraag niet ouder dan drie maanden zijnde verklaring van de Belastingdienst overleggen waaruit volgt dat de verschuldigde belastingen en premies zijn voldaan. Verder is een algehele ontheffing van de toelatingsplicht voor werkgevers die in beperkte mate arbeidskrachten ter beschikking stellen onder omstandigheden mogelijk.
De nieuwe instantie de Nederlandse Autoriteit Uitleenmarkt (NAU) beslist onder meer over de toelatingen en ontheffingen.
Huisvesting en registratie
De Wtta regelt verder dat huisvesting voor arbeidsmigranten alleen mag worden aangeboden door gecertificeerde of toegelaten verhuurders. Daarnaast moeten uitleners controleren of ter beschikking gestelde arbeidskrachten zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen en hen informeren over deze verplichting.
Wat betekent dit in de praktijk?De Wtta treedt op 1 januari 2027 in werking, maar uitleners moeten zich vóór die datum melden bij het NAU als zij willen blijven uitlenen. Uitleners zonder toelating en inleners die gebruik maken van uitleners zonder toelating kunnen een boete krijgen. De Nederlandse Arbeidsinspectie zal hierop gaan handhaven vanaf 1 januari 2028.
Wil u weten wat deze nieuwe verplichtingen betekenen voor uw organisatie? Neem gerust contact met ons op als advies of begeleiding nodig heeft naar aanleiding van deze wijzigingen. We helpen u graag.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.