icon

Nietig of vernietigbaar? De gevolgen van een te vroeg aangevangen algemene vergadering

Wat als de aandeelhoudersvergadering al is afgerond op het aanvangstijdstip dat in de oproeping staat vermeld? Het overkwam twee aandeelhouders van familievennootschap Steenfabriek De Rijnswaard B.V. (de “Steenfabriek”). Zij konden niet deelnemen aan de besluitvorming omdat de aandeelhoudersvergadering te vroeg is begonnen. De Hoge Raad heeft zich in haar uitspraak van 20 juni 2025 (ECLI:NL:HR:2025:978) gebogen over de vraag of een besluit onder deze omstandigheden wel rechtsgeldig tot stand is gekomen. Deze uitspraak werpt een nieuw licht op de vraag wanneer een besluit als nietig dan wel als vernietigbaar moet worden gekwalificeerd.

Het verschil tussen nietigheid en vernietigbaarheid (artikelen 2:14 en 2:15 BW)

Hoewel de termen nietig en vernietigbaar in het spraakgebruik soms door elkaar worden gehaald, is het juridische verschil fundamenteel. De kwalificatie nietig of vernietigbaar maakt het verschil tussen een besluit dat automatisch geen rechtsgevolgen heeft en een besluit dat pas na ingrijpen van de rechter ongedaan kan worden gemaakt.  

Artikel 2:14 BW bepaalt dat een besluit van een orgaan van de rechtspersoon nietig is indien het in strijd is genomen met de wet of statuten, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Nietigheid is bijvoorbeeld het gevolg als fundamentele totstandkomingsbepalingen zijn geschonden bij de besluitvorming, zoals quorumvereisten, stemmenvereisten of belangrijke goedkeurings- of voordrachtsrechten. Ook besluiten die zijn genomen in strijd met de goede zeden of openbare orde hebben nietigheid tot gevolg. Een nietig besluit is van rechtswege ongeldig. Dit betekent dat het besluit juridisch nooit heeft bestaan, zonder dat daarvoor rechterlijke tussenkomst is vereist. Een ieder kan zich op de nietigheid van een besluit beroepen en daarmee het besluit naast zich neerleggen. Dit is anders bij vernietigbaarheid.

Een besluit is op grond van artikel 2:15 BW vernietigbaar:

  1. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen;
  2. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist;
  3. wegens strijd met een reglement.

Nietigheid is bijvoorbeeld het gevolg als niet-fundamentele totstandkomingsbepalingen zijn geschonden bij de besluitvorming, zoals het niet in acht nemen van de raadgevende stem van de bestuurder(s), het hanteren van een te korte oproepingstermijn voor de aandeelhoudersvergadering, stemmen op een niet-geagendeerd voorstel en het vergaderen op een andere dan de aangewezen plaats. Ook besluiten genomen in strijd met de redelijkheid en billijkheid zijn vernietigbaar. Een vernietigbaar besluit is niet van rechtswege ongeldig, maar kan – desgevorderd – door de rechter vernietigd worden. Tot dat moment blijft het besluit geldig en moet het besluit worden nageleefd.

Feiten van de zaak Steenfabriek

Al jaren staan de verhoudingen op scherp in de Steenfabriek. De aandelen in de familievennootschap worden – indirect via Stichting Administratiekantoor ‘De Rijnswaard’ (de “STAK“) – gehouden door vier broers. De STAK heeft certificaten uitgegeven aan de beheersmaatschappijen van de broers. Broer 4 heeft een deel van zijn belang in de Steenfabriek overgedragen aan zijn zoon, die zijn vader tevens opvolgt als directeur. Tussen vader en zoon zijn ernstige spanning ontstaan met een onterving van de zoon tot gevolg.

De familievennootschap is zo gestructureerd dat alle broers (minimale) zeggenschap hebben in elkaars beheersmaatschappij door toekenning van één preferent aandeel. De statuten van de beheermaatschappijen bepalen dat de aandelen niet overgedragen mogen worden aan derden, met uitzondering van de eigen kinderen van de desbetreffende broer.

Broer 1 heeft zijn broers opgeroepen voor een aandeelhoudersvergadering van zijn beheersmaatschappij, te houden op 10 januari 2018 om 11.00 uur met als agendapunt wijziging van de statuten met betrekking tot de hierboven genoemde blokkeringsregeling. Als broers 2 en 3 om 11.00 uur stipt arriveren, is de algemene vergadering tot hun verbazing al klaar. Broer 1 is eerder begonnen en heeft een besluit tot statutenwijziging reeds genomen. De statutenwijziging voorziet er in dat na overlijden van broer 1 zijn aandelen in de beheersmaatschappij niet naar zijn broers, maar naar een neef (de zoon van broer 4) gaan.

In 2020 overlijdt broer 1 kinderloos. Zijn aandelen in de Steenfabriek gaan op grond van testamentaire regeling – indirect – naar zijn neef. Zijn drie broers vechten het besluit tot statutenwijziging aan. De broers menen dat hier sprake is van een nietig besluit in de zin van artikel 2:14 BW omdat zij hun standpunten niet naar voren hebben kunnen brengen. Zij vorderen in deze procedure dat de aandelen aan hen worden overgedragen in plaats van aan de neef.

Oordeel van het hof

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. De broers worden in het ongelijk gesteld.

“Als broer 1 de vergadering te vroeg is begonnen en het besluit tot statutenwijziging al genomen was toen broer 2 en broer 3 op de stoep stonden, is het besluit gebrekkig tot stand gekomen. Dat maakt het besluit vernietigbaar in de zin van artikel 2:15 BW. Dit gebrek is niet aan te merken als een fundamenteel totstandkomingsgebrek dat valt onder het bereik van artikel 2:14 lid 1 BW. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot vernietiging is vervallen door het verstrijken van de termijn van art. 2:15 lid 5 BW en dat oordeel is in hoger beroep niet bestreden.”

Oordeel van de Hoge Raad

In cassatie beargumenteren de broers wederom dat het besluit tot statutenwijziging nietig is. De Hoge Raad verwijst in haar oordeel naar de Wijsmuller-norm (HR 15 juli 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC4232):

Besluitvorming door een orgaan van een rechtspersoon vereist dat allen die vergader- of stemrecht hebben of die een raadgevende stem hebben, in de gelegenheid zijn gesteld aan het daarop betrekking hebbende overleg deel te nemen, respectievelijk hun raadgevende stem te gebruiken, en, wat betreft de stemgerechtigden, aan de besluitvorming deel te nemen.

De Hoge Raad vervolgt haar overweging door de Wijsmuller-norm toe te passen op de concrete situatie. De algemene vergadering te vroeg laten beginnen levert strijd op met de Wijsmuller-norm. Niet alle stemgerechtigden hebben immers gebruik kunnen maken van de gelegenheid om hun zienswijze naar voren te brengen op de voorgenomen besluiten.

Handelen in strijd met deze norm – in dit geval doordat, naar in cassatie wordt verondersteld, de vergadering te vroeg is begonnen – levert strijd op met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen, in de zin van art. 2:15 lid 1, aanhef en onder a, BW, en leidt op grond van die bepaling tot vernietigbaarheid van het besluit en niet tot nietigheid daarvan.

Conclusie

Besluitvorming in strijd met de Wijsmuller-norm levert een vernietigbaar besluit op in de zin van artikel 2:15 lid 1, aanhef en onder a BW. Met het te vroeg laten beginnen van de algemene vergadering – en daarmee uitsluiten van broer 2 en 3 aan de besluitvorming – is de Wijsmuller-norm geschonden. Het besluit tot statutenwijziging is daarom vernietigbaar.

Let wel, de bevoegdheid om vernietiging van het besluit te vorderen vervalt een jaar nadat de belanghebbende kennis heeft genomen van het besluit op grond van artikel 2:15 lid 5 BW.

Afsluitend

Heeft u vragen over dit onderwerp of vermoed u dat een besluit niet op geldige wijze tot stand is gekomen? Neemt u dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Nietig of vernietigbaar? De gevolgen van een te vroeg aangevangen algemene vergadering

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief