Praktijkgebieden: Contracten
Bestellen en verzenden? Ja, klik. Verplicht om te betalen? Nog niet. Wanneer een consument op een bestelknop klikt tijdens het online winkelen, moet ondubbelzinnig duidelijk zijn dat met deze klik een betalingsverplichting ontstaat. De Hoge Raad heeft vandaag, 4 oktober 2024, geoordeeld dat de tekst ‘bestellen’ of ‘bestelling plaatsen’ op een bestelknop niet voldoende is om aan te nemen dat een betalingsverplichting ontstaat (ECLI:NL:HR:2024:1355). Eerder schreven wij al over de eisen van de bestelknop.
Een consument plaatste op bol.com een bestelling voor enkele artikelen en koos daarbij om achteraf te betalen. De bestelling werd afgerond door op een knop te drukken met ‘bestelling plaatsen’. De consument betaalde vervolgens de koopsom niet, waarop bol.com naar de rechter stapte. De kantonrechter twijfelde of de bestelknop aan de wettelijke eisen bij overeenkomsten op afstand voldeed en stelde hierover prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
De Hoge Raad overweegt dat bij beantwoording van de vraag of voor de consument duidelijk is dat bij het drukken op een bestelknop een betalingsverplichting ontstaat volgens Europese rechtspraak moet worden uitgegaan van de bewoordingen op de bestelknop zelf.
Van de tekst ‘bestelling plaatsen’ kan niet worden gezegd dat de tekst zowel in omgangstaal als in de ogen van de gemiddelde consument leidt tot het ontstaan van een betalingsverplichting. Hetzelfde geldt voor knoppen met de tekst ‘bestellen’ of ‘bestelling afronden’, aldus de Hoge Raad.
In het geval dat een bestelknop niet voldoet aan de wettelijke eisen, kan een rechter de overeenkomst op verzoek van partijen vernietigen. De rechter mag de overeenkomst niet ambtshalve volledig vernietigen als een consument niet is verschenen in de procedure. Wel moet een rechter in die situatie de overeenkomst gedeeltelijk vernietigen, zonder dat de consument wordt geschaad in zijn rechten.
De Hoge Raad oordeelde vandaag ook dat bij volledige vernietiging van een overeenkomst wegens een ongeldige bestelknop de handelaar recht kan hebben op een vergoeding op basis van onrechtvaardige verrijking of onverschuldigde betaling voor zover dit redelijk is. Wat redelijk is hangt uiteraard af van de omstandigheden van het geval.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de informatieplicht van handelaren en verkopers ten opzichte van consumenten. Aangezien de bestelknop het sluitstuk is van een digitaal gesloten overeenkomst, is essentieel dat een consument weet dat hij een betalingsverplichting aangaat. In dat kader biedt de wet uitkomst. De tekst ‘bestellen met betalingsverplichting’ geldt in ieder geval als een ondubbelzinnige verklaring.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.