Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden, Ondernemingsrecht, Vennootschapsrecht
In het kader van de Blogserie: de rechtsposities van de vennootschapsorganen van de besloten vennootschap in financieel zwaar weer, behandelen we in deze blog de rechtspositie van het bestuur en de raad van commissarissen bij de totstandkoming van een faillissementsakkoord.
Vertegenwoordigen
Het bestuur behoudt in faillissement de bevoegdheid om de vennootschap te vertegenwoordigen, zo ook bij de totstandkoming van een faillissementsakkoord. De totstandkoming en de inhoud van het faillissementsakkoord omvatten veel juridische aspecten. Zo zou de algemene vergadering het bestuur kunnen proberen te dwarsbomen om een faillissementsakkoord aan te bieden door geen toestemming te geven voor het aanbieden van het faillissementsakkoord. In de juridische literatuur bestaat discussie over het antwoord op de vraag of het bestuur in zo’n situatie de vennootschap zelfstandig kan vertegenwoordigen. Een advocaat kan het bestuur adviseren welke stappen het bestuur kan ondernemen in dat geval. Het bestuur doet er daarom verstandig aan om zich bij de totstandkoming van een faillissementsakkoord door een advocaat te laten bijstaan.
Informeren en inlichten
Waar geen discussie over bestaat is dat de informatieplicht van het bestuur jegens de aandeelhoudersvergadering blijft voortbestaan in faillissement. Al is die beperkter dan buiten faillissement, omdat de beheers- en beschikkingsbevoegdheid over het vermogen van de vennootschap in faillissement bij de curator liggen. De reikwijdte van wat wél en wat niet moet worden gemeld, wordt bepaald door de open norm van de redelijkheid en billijkheid. Nog steeds kan een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich ertegen verzetten dat gevraagde inlichtingen worden verstrekt aan de aandeelhouders.
Ook bestaat voor bestuurders de plicht om de verificatievergadering bij te wonen als zij door de curator worden opgeroepen. Daar dienen zij op verzoek van de rechter-commissaris alle inlichtingen over de oorzaken van het faillissement en de staat van de boedel te verstrekken. De bestuurders hebben deze inlichtingenplicht ook jegens de curator. Belangrijk voor een bestuurder om te weten is dat de inlichtingenplicht van een bestuurder niet slechts is beperkt tot de informatie die hij in zijn hoedanigheid van bestuurder heeft ontvangen.
Bestuurder kan opkomen tegen het aanbieden van een faillissementsakkoord dat curator aanbiedt
De situatie kan zich voordoen dat de curator het in het belang van de schuldeisers acht dat er een faillissementsakkoord wordt gesloten. Wanneer het bestuur dat onwenselijk vindt, terwijl de curator dit doorzet, kan het bestuur bij de rechter-commissaris opkomen tegen het ter vaststelling aanbieden van het faillissementsakkoord door de curator. Het bestuur zou bijvoorbeeld kunnen stellen dat het in het belang van de vennootschap is om onnodige boedelkosten te voorkomen.
Toezicht en raad
De raad van commissarissen houdt ook in faillissement toezicht op het bestuur en staat het bestuur met raad bij. Doordat de rol van het bestuur wordt beperkt, wordt de rol van de raad van commissarissen ook geringer.
Recht op inlichtingen
Dat neemt niet weg dat de raad van commissarissen nog steeds recht heeft op tijdige en noodzakelijke inlichtingen van het bestuur. Zo houdt de raad van commissarissen toezicht op het (voornemen tot het) aanbieden van een faillissementsakkoord door het bestuur en voorziet het bestuur daarbij van raad.
Overige (statutaire) bevoegdheden
Belangrijk is dat de statutaire (goedkeurings-)bevoegdheden van de raad van commissarissen in faillissement blijven gelden. Schending daarvan kan gevolgen hebben voor de rechtsgeldigheid van bestuursbesluit of voor een door het bestuur gesloten overeenkomst. Als schuldeisers bijvoorbeeld weten dat de vereiste goedkeuring van de raad van commissarissen ontbreekt, kan het onaanvaardbaar zijn om de vennootschap aan de overeenkomst te houden.
Bovendien kan de raad van commissarissen de vennootschap bij een faillissementsakkoord vertegenwoordigen, als alle bestuurders tevens concurrente schuldeisers van de vennootschap zijn. Een bestuurder behoort immers niet deel te nemen aan de beraadslaging en besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap.
Bent u bestuurder en wilt u een faillissementsakkoord aanbieden? Of bent u commissaris en wenst u advies over uw rol bij het faillissementsakkoord? Neem gerust contact met ons op. Wij adviseren u graag.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.