Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden, Ondernemingsrecht, Vennootschapsrecht
Het is de taak van het bestuur om financiële moeilijkheden te signaleren, te administreren en daarop dient te anticiperen. Doen bestuurders dat niet, dan kan de vennootschap hen onbehoorlijk bestuur verwijten. Bij een dreigend faillissement heeft het bestuur dus de taak om bij de rechtbank een verzoek in te dienen tot benoeming van een beoogd curator als dat nuttig lijkt: het bestuur moet in het verzoek aannemelijk maken dat de pre-pack meerwaarde biedt voor de vennootschap. Dat houdt in dat door de pre-pack de maatschappelijke schade naar verwachting beperkt blijft, een zo hoog mogelijke waarde wordt gecreëerd voor de gezamenlijke schuldeisers en werkgelegenheid zoveel mogelijk behouden blijft. Het bestuur licht de aandeelhoudersvergadering voorafgaand aan het verzoek in, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. Het bestuur voorziet ook de raad van commissarissen tijdig van alle gegevens die voor de uitoefening van zijn taak nodig zijn. Bij een structuur-BV zal bovendien het bestuursbesluit tot het verzoek tot aanwijzing van een beoogd curator op grond van de Wet Continuïteit Ondernemingen I zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen.
Na benoeming van de beoogd curator begint de stille voorbereidingsfase. Deze duurt doorgaans elf tot vijftien dagen. In deze periode behoudt het bestuur zijn bevoegdheden zoals omschreven in deze blog en zijn informatieplichten zoals voornoemd. Daarbij krijgt het bestuur op grond van de Wet Continuïteit Ondernemingen I de plicht om de beoogd curator gevraagd én ongevraagd alle informatie te verstrekken die hij nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak of waarvan het weet of behoort te begrijpen dat deze in dat kader van belang is. Doet het bestuur dit niet, dan kan dit de beoogd curator belemmeren in de uitvoering van zijn functie en dus ook de pre-pack. Bestuurders riskeren onbehoorlijk bestuur met een mogelijke aansprakelijkstelling tot gevolg. In het ergste geval kan de beoogd curator zelfs de rechtbank verzoeken om ontheffing uit zijn functie.
De raad van commissarissen behoudt bij de pre-pack haar bevoegdheden zoals beschreven in deze blog, maar krijgt geen extra bevoegdheden ten aanzien van de pre-pack of de beoogd curator. De raad van commissarissen dient echter wél vanaf het tijdstip dat hij bekend wordt met de financiële moeilijkheden een actievere houding aan te nemen. Dit volgt onder meer uit de Laurus-beschikking waarin de Ondernemingskamer besliste dat de raad van commissarissen meer kritische vragen had moeten stellen en sneller had moeten handelen toen door de directie te weinig informatie werd verstrekt. Ook de wetgever heeft bevestigd dat een dergelijk optreden van de raad van commissarissen mag worden verlangd. Zo kan de raad van commissarissen ook zelf op grond van de Wet Continuïteit Ondernemingen I bij de rechtbank om een beoogd curator verzoeken.
De benoeming van een beoogd curator kan in de praktijk als spannend door bestuurders worden ervaren: de beoogd curator kijkt de bestuurders op hun vingers bij het voortzetten van de vennootschap en bij het aangaan van eventuele nieuwe verplichtingen zoals afname- en leververplichtingen. Gaat de vennootschap failliet, dan zal de curator (die eerst beoogd curator was) vermoedelijk onderzoeken of de bestuurder aansprakelijk is, bijvoorbeeld omdat hij verplichtingen is aangegaan waarvan hij wist of moest weten dat de vennootschap deze niet zou kunnen nakomen.
Het is daarom raadzaam om als bestuurder – al is het maar voor uw eigen rust en comfort – een advocaat te raadplegen die met u vanuit een juridische bril meekijkt en u kan adviseren. Dit is namelijk niet de taak van de beoogd curator zoals beschreven in deze blog. Ook als commissaris kunt u behoefte hebben aan begeleiding en advies over uw rol als de vennootschap in zwaar financieel weer komt te verkeren. Neem gerust vrijblijvend contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.