Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Omgevingsrecht, Vastgoed
Eind april 2021 kopte de NOS: “Gemeente Amsterdam wacht niet meer af en gaat zelf loden leidingen opsporen“. In het artikel wordt beschreven dat de gemeente Amsterdam niet tevreden is met het tempo waarmee loden drinkwaterleidingen worden vervangen en daarom zelf in actie komt. Vooralsnog alleen door bewoners te informeren en door in kaart te brengen waar de leidingen nog van lood zijn. Want in de woorden van wethouder Ivens “hebben we daar geen zicht op en we kunnen eigenaren tot niets verplichten. We kunnen alleen informeren.”
Sinds april 2021 heeft de afdeling Juridische Zaken van de gemeente Amsterdam niet stilgezeten. Op 1 januari 2024 zijn de “Beleidsregels over de uitvoering van de vergunnings-, toezichts- en handhavingstaken in de fysieke leefomgeving” in werking getreden. Verrassend is de paragraaf waarin staat dat woningeigenaren kunnen worden aangeschreven om loden leidingen te vervangen op grond van de zorgplicht uit het Bbl.
Artikel 3.5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) bevat een specifieke zorgplicht voor de staat van bouwwerken en gevaar voor de gezondheid of veiligheid. In het artikel is bepaald dat degene die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de staat van het bouwwerk tot gevaar voor de gezondheid of veiligheid kan leiden, verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevraagd om dat gevaar te voorkomen of niet te laten voortduren. Het is ook een zogenaamde ‘vangnetbepaling’, wat betekent dat het buiten toepassing blijft als er specifiekere regels of zorgplichten van toepassing zijn.
Vanuit de handhavingspraktijk was kennelijk behoefte aan een vangnet in de vorm van de zorgplicht omdat niet alle denkbare situaties vooraf in regelgeving kunnen worden ondervangen. Daarnaast zou dit ook het streven naar deregulering en vereenvoudiging van de bouwregelgeving kunnen frustreren. Hoewel dit begrijpelijk is, staat het wel op gespannen voet met het legaliteits- en rechtszekerheidsbeginsel. Het is immers niet vooraf duidelijk waar de zorgplicht concreet toe verplicht. Dit geldt temeer omdat de zorgplicht zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk gehandhaafd kan worden. Een overtreding van de zorgplicht kan dus behoorlijk serieuze consequenties hebben.
Of de gekozen aanpak rechtmatig is, is dus nog te bezien.
In februari 2022 heeft het kabinet aangekondigd een verbod in te voeren op loden leidingen specifiek voor kindlocaties (scholen etc.) en huurwoningen. Hiertoe moet een nieuw artikel (3.109a) worden toegevoegd aan het Bbl, waarin wordt bepaald dat de concentratie van lood in een voorziening voor drinkwater is niet hoger is dan 5 μg/l, in ieder geval in huurwoningen en kindlocaties. Als een voorziening voor drinkwater loden leidingen heeft, wordt aangenomen dat de concentratie van lood in deze voorziening hoger is dan 5 μg/l. Dit geeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om direct handhavend te kunnen optreden bij zichtbare loden leidingen. Er hoeft dan niet eerst te worden aangetoond dat de loodconcentratie daadwerkelijk hoger is dan 5 μg/l. Er zal een overgangstermijn komen te gelden, maar het is nog niet bekend hoe die eruit ziet.
Artikel 3.109a Bbl is nog niet inwerking getreden. Dat gebeurt pas op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In zoverre is de kop van het artikel van de NOS nog actueel: de Gemeente Amsterdam wacht niet meer af en gaat zelf op loden leidingen handhaven.
Ziet u zich geconfronteerd met een aanschrijving van de gemeente voor het verwijderen van loden leidingen? Neem dan vooral contact op. Wij weten raad.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.