Praktijkgebieden: Schaarse rechten
Met een uitspraak van 10 mei 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1830) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State weer een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de soap over de vergunning voor een speelautomatenhal in Vlaardingen.
In Vlaardingen is beleidsmatig één vergunning beschikbaar voor een speelautomatenhal. In een uitspraak uit 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2927) oordeelde de Afdeling dat de gemeente Vlaardingen deze vergunning transparant moet verdelen. Naar nationaal recht bestaat er een rechtsnorm die ertoe strekt dat bij de verlening van schaarse vergunningen reële ruimte moet worden geboden voor (potentiële) gegadigden om naar de beschikbare vergunning(en) mee te dingen. Deze rechtsnorm is gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel en strekt tot het bieden van gelijke kansen. Belangrijk detail voor de fijnproevers: op regelgeving omtrent speelautomatenhallen is de Dienstenrichtlijn niet van toepassing.
Eén en ander leidde ertoe dat de gemeente Vlaardingen in 2017 een nieuwe selectieprocedure op poten heeft gezet. Potentiële gegadigden kregen zes weken de tijd om een aanvraag in te dienen. Er waren twee partijen die een aanvraag indienden, maar beide aanvragen bleken incompleet. Daarom hebben beide partijen twee weken gekregen om de aanvraag aan te vullen, wat maar één partij is gelukt. Die partij verkreeg daarop de felbegeerde vergunning. De verliezende partij spande daarop een rechtszaak aan die culmineerde in de bovengenoemde uitspraak. De inhoud daarvan vormt weer een nieuw puzzelstuk in de legkaart van het nationale recht over schaarste.
De Afdeling wijst er op dat bij de bekendmaking van de nadere regels over de wijze en op welk moment de gelegenheid tot mededinging wordt geboden, een zogenaamd concretiserend besluit van algemene strekking is. Dat is een besluit die zich niet tot een of meer belanghebbenden richt. Dit betekent dat de kennisgeving plaatsvindt in een van overheidswege uitgegeven (elektronisch) blad (artikel 3:42 lid 2 Awb (oud)) tenzij bij wettelijk voorschrift anders bepaald.
De gemeente had in een wettelijk voorschrift voorzien door in de Verordening aan te geven dat ten aanzien van onder andere de wijze van bekendmaking nadere regels zouden worden opgesteld. In die nadere regels is opgenomen dat de bekendmaking op de gemeentelijke website zou plaatsvinden. De Afdeling oordeelt dat de gemeente aan de wettelijke bekendmakingsvereisten heeft voldaan.
Om gelijke kansen te realiseren, moet het bestuur een passende mate van openbaarheid verzekeren met betrekking tot de beschikbaarheid van de schaarse vergunning, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria. Het bestuur moet hierover tijdig voorafgaand aan de start van de aanvraagprocedure duidelijkheid scheppen, door informatie over deze aspecten bekend te maken via een zodanig medium dat potentiële gegadigden daarvan kennis kunnen nemen.
Interessant is dat de Afdeling in dit kader uitdrukkelijk benoemt dat de gemeente niet van tevoren kenbaar hoefde te maken op welke locaties en onder welke voorwaarden het een ontheffing van het bestemmingsplan had willen verlenen. De Afdeling geeft aan dat er geen koppeling is tussen het vergunningenregime voor de exploitatie en het ruimtelijke vergunningenregime. Het laatstgenoemde is dan ook geen verdeelinstrument bij de toedeling van een schaars recht.
Voor het antwoord op de vraag of de lengte van de aanvraagtermijn redelijk is en of potentiële gegadigden daadwerkelijk de kans hebben om mee te dingen naar een vergunning, is de positie waarin potentiële gegadigden ten tijde van de start van de aanvraagprocedure verkeren, niet van belang. Het gaat erom dat alle potentiële gegadigden gelijke kansen hebben om mee te dingen naar de vergunning.
De gemeente had de verdelingscriteria slechts één dag voor de start van het aanvraagtijdvak van zes weken bekendgemaakt. Binnen die zes weken moesten potentiële gegadigden onder andere kunnen aantonen dat zij over een geschikt pand beschikken. De Afdeling oordeelt dat de termijn van zes weken op zichzelf voldoende is voor het indienen van een complete aanvraag, maar dat potentiële gegadigden zich wel gedurende een periode daarop moeten kunnen voorbereiden. Daarin schoot het verdelingssysteem van de gemeente Vlaardingen tekort.
Als kers op de taart geeft de Afdeling ons ook nog een inhoudelijke overweging over de grenzen van medebewind. Van medebewind is sprake als lagere overheden verplicht zijn om medewerking te geven aan de uitvoering van regelingen van de hogere overheid. In de onderhavige kwestie heeft de Rijksoverheid in de Wet op de kansspelen de gemeenten de opdracht gegeven om een exploitatievergunningenstelsel te hanteren voor speelautomatenhallen. Gemeenten mogen met dat stelsel echter geen ander belang behartigen dan het belang dat de Wet op de kansspelen behartigt. En dat is het belang van het beschermen en waarborgen van de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid en de eisen die voortvloeien uit het verslavingspreventiebeleid.
De vraag rees of de gemeente Vlaardingen van exploitanten mocht eisen dat de speelautomatenhal onderdeel moest zijn van een breder amusementsbedrijf. De Afdeling laat de gemeente Vlaardingen niet wegkomen met de stelling dat een dergelijk concept in het belang van de openbare orde is. Hoewel dit belang wel binnen het kader van de Wok blijft, had de gemeente Vlaardingen die stelling met onderzoek moeten onderbouwen. Aan deze eis kleefde daarom een motiveringsgebrek.
Hieruit volgt dat in het geval van medebewind, de hogere regelgeving kan beperken welke eisen aan schaarse vergunningen kunnen worden gesteld. Deze eisen moeten goed onderbouwd worden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.