Praktijkgebieden: Vastgoed
Uit de wet volgt dat in elke akte van splitsing een vereniging van eigenaars (VvE) moet worden opgericht. Van deze vereniging is iedere appartementseigenaar van rechtswege lid. De VvE is een rechtspersoon en ontstaat op het moment van inschrijving van de akte van splitsing in de openbare registers. De VvE heeft ten doel de gemeenschappelijke belangen van de appartementseigenaars (de leden) te behartigen. Zij voert het beheer over de gemeenschap, uitgezonderd de gedeelten die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Welke gedeelten en zaken gemeenschappelijk zijn, volgt in beginsel uit de splitsingsakte. In de meeste gevallen zal het gaan om de funderingen, daken en buitengevels.
De VvE dient alle kosten die voortvloeien uit het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en zaken te bekostigen. Dat de verplichting voor de appartementseigenaars om bij te dragen in de gemeenschappelijke kosten voer voor discussie kan zijn, blijkt onder meer uit een uitspraak die de rechtbank Amsterdam in augustus 2022 heeft gedaan (ECLI:NL:RBAMS:2022:4914). Deze uitspraak wordt hieronder toegelicht.
Eiser is samen met drie andere appartementseigenaars lid van de VvE. Voor deze appartementseigenaars is in de splitsingsakte de verplichting opgenomen om in gelijke delen bij te dragen in de schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn. Onder meer de funderingen maken deel uit van de gemeenschappelijke gedeelten. Eiser doet in verband met een beoogde verbouwing van zijn appartement (die eveneens betrekking heeft op de funderingen) tijdens de vergadering van eigenaars een voorstel tot kostendeling. Tijdens de vergadering wordt hier geen beslissing over genomen. Eiser laat daaropvolgend een begroting opstellen voor de kosten van de verbouwing en stelt aan de andere appartementseigenaars voor dat zij een bepaald bedrag bijdragen. Eiser informeert de appartementseigenaars dat de werkzaamheden in mei van start zullen gaan en stuurt nadien nog een planning. Intussen verzoeken diverse appartementseigenaars eiser om het een en ander nader toe te lichten, maar eiser voldoet hieraan slechts gedeeltelijk. Na afloop van de werkzaamheden schrijft eiser de appartementseigenaars aan en sommeert hij hen tot betaling over te gaan. De appartementseigenaars zijn echter van mening dat zij niet tot betaling gehouden zijn.
Volgens de rechtbank zijn de appartementseigenaars inderdaad niet gehouden om bij te dragen aan de kosten van de verbouwing van eiser. Uit de splitsingsakte volgt dat alleen de vergadering van eigenaars kan beslissen over onderhoud aan gemeenschappelijke gedeelten en zaken. Hierover is echter geen beslissing genomen in de vergadering. Eiser is van mening dat hij de VvE telkens heeft ingelicht over zijn planning en dat hij uit het feit dat er geen bezwaren zijn geuit heeft mogen afleiden dat zij met de uitvoering van de werkzaamheden instemde. De rechtbank volgt eiser daar niet in. Voor de overige appartementseigenaars waren er immers nog onduidelijkheden over de te maken kosten. Eiser heeft hen niet voldoende duidelijkheid verschaft, ook niet toen zij hem om meer informatie hebben verzocht.
Eiser stelt daarnaast dat er sprake was van een zodanige urgentie, dat hij de toestemming van de eigenaars niet kon afwachten. Dat blijkt echter niet uit de feiten.
Subsidiair vordert eiser een kostenvergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet in die vordering kan worden ontvangen. Als er al sprake zou zijn van ongerechtvaardigde verrijking, dan zouden de afzonderlijke appartementseigenaars zijn verrijkt, niet de VvE. De gezamenlijke appartementseigenaars zijn immers eigenaar van het gebouw.
Ook het beroep op de redelijkheid en billijkheid kan eiser niet baten. De rechtbank overweegt namelijk dat eiser geen andere feiten en omstandigheden heeft aangevoerd dan in het kader van zijn andere vorderingen. Deze vordering stuit daarmee af op wat er in het kader van de primaire grondslag is geoordeeld.
De ene appartementseigenaar gaat verder in het plegen van onderhoud dan de andere. Als hierover in de vergadering geen besluit kan worden genomen, dan kan aan de kantonrechter een vervangende machtiging worden gevraagd. Daarbij moet degene die de onderhoudswerkzaamheden wil laten uitvoeren motiveren waarom deze werkzaamheden noodzakelijk zijn. Als de kantonrechter het daarmee eens is, kan hij bepalen dat de appartementseigenaars alsnog moeten bijdragen in de kosten. Dat was ook de geëigende route geweest in deze zaak. Eiser heeft in dit geval echter zijn eigen koers gevaren, terwijl niet duidelijk was waar deze kosten betrekking op hadden en daarvoor ook geen goedkeuring was verleend. In dat geval is de verplichting om bij te dragen aan de gemeenschappelijke kosten dus wel aan grenzen gebonden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.