Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht, Ruimtelijke ordening
De gemeenteraad van Amsterdam heeft op 24 december bekendgemaakt dat zij het voorbereidingsbesluit "Winkeldiversiteit Centrum 2" heeft vastgesteld. Het voorbereidingsbesluit is met directe ingang in werking getreden.
Op grond van artikel 3.7 Wro kan de gemeenteraad verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid. Om te voorkomen dat een bij een voorbereidingsbesluit aangewezen gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een daaraan bij het plan te geven bestemming, kan bij het besluit tevens worden bepaald dat het verboden is het gebruik van daarbij aangewezen gronden of bouwwerken te wijzigen. Een voorbereidingsbesluit vervalt ofwel indien niet binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan een ontwerp voor een bestemmingsplan ter inzage is gelegd ofwel op het moment waarop het bestemmingsplan ter voorbereiding waarvan het besluit is genomen, in werking treedt. Tegen een besluit tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit staan geen rechtsmiddelen open.
Kantoorgenoot Janneke Sinnige blogde in 2017 over het voorbereidingsbesluit voor Postcodegebied 1012 en een aantal andere straten in het stadsdeel Centrum dat die dag in werking trad. Daaropvolgend blogden wij in 2018 over de inwerkingtreding van paraplubestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum. Volgens de systematiek van dit bestemmingsplan zijn bepaalde toeristische functies (zoals minisupermartken, souvernirwinkels en toerisitsche dienstverlening) niet toegestaan, tenzij er voor een specifiek adres een uitzondering is opgenomen. Met deze uitzonderingen werden bestaande rechten gerespecteerd. Zo'n bestemmingsplan moet voldoen aan Europees recht.
Het Voorbereidingsbesluit Winkeldiversteit Centrum 2 borduurt hier op voort. In artikel 3 van het Voorbereidingsbesluit is bepaald dat het verboden is om 165 specifiek genoemde adressen in gebruik te hebben voor de bij elk van de adressen genoemde functies. Het gaat dan weer om functies zoals souvenirwinkels, geldwisselkantoren, seksinrichtingen, massagesalons en eetwinkels. De gemeenteraad stelt dat dit soort functies op de 165 adressen in kwestie nu, in ieder geval tijdelijk, niet meer worden gebruikt. Om te voorkomen dat de ongewenste functies terugkomen, zullen deze worden wegbestemd.
Opmerkelijk is dat het Voorbereidingsbesluit Winkeldiversiteit Centrum 2 meer omvattend lijkt. Het Voorbereidingsbesluit raakt namelijk ook horeca in brede zin (categorie 1 tot en met 4) terwijl het paraplubestemmingsplan zich alleen leek te richten op horeca in de vorm van eetwinkels. Er zijn diverse adressen genoemd waar het Voorbereidingsbesluit nu ook een verbod oplegt op het gebruik als discotheek, als eetcafé en als restaurant in brede zin.
Artikel 4 van het Voorbereidingsbesluit regelt dat het voornoemde verbod niet geldt voor adressen die met ingang van de inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit, voor de specifiek genoemde functies in gebruik zijn. Daarbij geldt dat een adres niet voor de functie in gebruik is indien het adres met ingang van die datum leeg staat of voor een andere functie in gebruik is.
Ten slotte maakt artikel 5 van het Voorbereidingsbesluit het mogelijk dat er met een omgevingsverguning kan worden afgeweken van de verbodsbepaling. Ten behoeve van nieuwvestiging van horeca kan een vergunning worden verleend indien het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast en het de directe omgeving een blijvende kwaliteitsimpuls geeft. En ten behoeve van de andere functies, indien dat niet leidt tot een aanbod dat verder afbreuk doet aan de (winkel)diversiteit.
Update 10 maart 2022: het ontwerpbestemmingsplan Winkeldiversiteit Centrum 2 is inmiddels ter inzage gelegd. Gedurende zes weken kunnen zienswijzen worden ingediend.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.