Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht, Ruimtelijke ordening
Al langer gaan er stemmen op om de stad Amsterdam klimaatbestendig te maken. Door extreme droogte kunnen woningen verzakken en door extreme hoosbuien komen straten en parken blank te staan. Reden genoeg om de ondergrondse grondwaterstromen zo min mogelijk te belemmeren met barrières. Tegelijkertijd zijn er steeds meer Amsterdammers die een kelder onder hun woning willen aanleggen. Klimaatdoelstellingen en kelderbouw wringen in dit opzicht met elkaar. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft onlangs het ontwerp-paraplubestemmingsplan Grondwaterneutrale Kelders ter inzage gelegd. Volgens het college is het ontwerp-parapluplan een vertaling van het Afwegingskader Grondwaterneutrale Kelders Amsterdam in een juridisch planologisch kader dat als een deken over alle vigerende bestemmingsplan heen komt te liggen. Het doel van het ontwerp-paraplubestemmingsplan is om te zorgen dat alle kelderbouwaanvragen in Amsterdam moeten voldoen aan de eis van grondwaterneutraliteit.
Het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan (vrijwel geheel Amsterdam) is onderverdeeld in twee zones. Deze zones zijn mede bestemd voor de bescherming van het belang van grondwaterneutraal bouwen. Daarbinnen is het verboden onder bestaande en nieuwe gebouwen kelders te bouwen, dan wel bestaande kelders te vergroten.
Alleen in zone 2 (het overgrote gedeelte van Amsterdam) kan worden afgeweken van dit verbod mits de kelder grondwaterneutraal kan worden gebouwd. Daarmee wordt bedoeld het bouwen van een kelder waarbij de stand en stroming van het grondwater niet of nauwelijks veranderen, waar mogelijk zal verbeteren, en geen negatieve grondwatereffecten optreden. Tot negatieve effecten worden in ieder geval gerekend risico's op opbarsten van de deklaag en welvorming.
Om te bepalen of een kelder grondwaterneutraal kan worden gebouwd geldt:
De gemeente Amsterdam maakt onderscheid tussen kleine en grote kelders omdat zij er vanuit gaat dat kelders met een maximale oppervlakte van 300 m2 (voornamelijk gewenst bij particuliere woningbouw) en een diepte van 4 meter onder het maaiveld beperkte grondwatereffecten tot gevolg hebben.
Opvallend is dat de gemeente Amsterdam onderkent dat de aanleg van meerdere kelders, ongeacht de omvang, leidt tot cumulatieve grondwatereffecten. Desondanks lijken de beleidsregels daar geen consequenties aan te verbinden. En hoeven in een geohydrologisch onderzoek alleen de eigenschappen en kenmerken van het grondwatersysteem op een bepaalde locatie in beeld te worden gebracht. Dat lijkt beperkt te moeten worden opgevat. Dit terwijl de laatste wetenschappelijke inzichten indiceren dat de toetsing van de barrièrewerking van een kelder en de daarbij gepaard gaande voorzieningen juist op wijkniveau bestudeerd moeten worden.
Tot en met 15 juli aanstaande kunnen zienswijzen op dit ontwerpbestemmingsplan worden ingediend.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.