Praktijkgebieden: Ruimtelijke ordening, Schaarse rechten
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid Amsterdam heeft een nieuwe warenmarkt ingesteld: de Markt Zuidas. Het gaat hier om een zogenaamde ‘markt op afstand’. Dat is een markt die niet door de gemeente zelf wordt georganiseerd. De organisatie en beheer van markt is in handen van een natuurlijk persoon of een andere rechtspersoon dan de gemeente. Een geprivatiseerde markt dus.
Schaarse vergunning
Het organiseren van een dergelijke markt is niet toegestaan zonder vergunning. Voor deze nieuwe markt op afstand zal dus een vergunning moeten worden verleend. Het dagelijks bestuur heeft bepaald dat niet méér dan één vergunning zal worden verleend. Aangezien aangenomen kan worden dat er meer gegadigden zijn voor deze vergunning is hier sprake van een zogenaamde schaarse vergunning.
Transparantiebeginsel
Het transparantiebeginsel toegepast op de verdeling van schaarse vergunningen betekent in essentie dat de mogelijk gegadigden voor deze vergunning een gelijke kans krijgen deze te verkrijgen. Daarvoor heeft het dagelijks bestuur de nadere regels voor de verlening van een vergunning voor de markt op afstand ‘Markt Zuidas’ vastgesteld en bekendgemaakt (gerectificeerd gepubliceerd in het Gemeenteblad).
Verdelingsmechanisme
In deze regels is als wijze van verdeling van de vergunning loting aangewezen. Toegelaten tot de loting zijn alle aanvragen die als volledig kunnen worden aangemerkt. De loting vindt plaats door een aangewezen notaris. Iedere toegelaten aanvraag krijgt door middel van de loting een rangordenummer. Hoewel dit niet expliciet bepaald is, ligt aan het gekozen systeem ten grondslag dat aan degene met het eerste rangordenummer (nr. 1) de vergunning wordt verleend.
Keuze voor loting nader beschouwd
In het algemeen gesproken is het toegestaan te kiezen voor loting bij het gunnen van een schaars recht. Het kan echter zijn dat een mechanisme meer of minder geschikt is. Loting sec, zonder voorafgaande inhoudelijke selectie, past bij een zekere onverschilligheid van het bestuursorgaan ten aanzien van (de kwaliteit van) de uit te voeren activiteit, zolang maar aan de wettelijke voorwaarden ter bescherming van het betrokken algemeen belang wordt voldaan. Als verdelingsmechanisme past deze daarom goed bij een vergunningstelsel waarin de overheid min of meer neutraal staat tegen de uit te voeren activiteit.
Indien het bestuursorgaan wel rechtstreeks een algemeen belang in de te verrichten activiteit stelt, dan dient te worden gekozen voor een inhoudelijk, vergelijkende toets, eventueel gevolg door een loting van aanvragen die inhoudelijk gelijk scoren. Met de vergelijkende toets trekt het bestuursorgaan een vergelijkend oordeel over de meest gunstige aanvraag naar zich toe, in het licht van de daarvoor gekozen en vooraf bekendgemaakte selectiecriteria.
Inhoudelijke selectiecriteria in Marktverordening
Wat wil nu het geval? In artikel 5.3 van de toepasselijke Marktverordening treft men een hele waslijst inhoudelijke selectiecriteria aan. Letterlijk staat daar dat bij de vaststelling van de wijze van verdeling onder meer rekening gehouden met de diverse criteria, zoals geschiktheidseisen aan aanvragers, het productaanbod, het aantal, de kwaliteit en het uiterlijk aanzien van de te verhuren kramen, de hoogte van de prijs van de verhuur van de marktplaatsen en de kramen, het opbouwen en afbreken van de kramen, de aansprakelijkheid, reclame; afval en geluidshinder. Een hele waslijst van selectiecriteria dus.
Je kan hier veel van vinden maar zeker niet dat de gemeente hiermee een zekere onverschilligheid ten aanzien van (de kwaliteit van) de uit te voeren activiteit aan de dag legt. Integendeel, het lijkt erop dat de gemeente zich de kwaliteit tot in detail aantrekt.
Gekozen verdelingsmechanisme verdraagt zich niet met Marktverordening
Tegen deze achtergrond is de keuze voor een verdeling door middel van loting van toegelaten aanvragen zonder toetsing aan inhoudelijke selectiecriteria niet te verklaren. De loting bepaalt wie de vergunning verkrijgt ongeacht de inhoudelijke kwaliteit van de markt op afstand die wordt aangevraagd. Om aan de loting mee te doen is het immers voldoende dat de aanvraag volledig is. Een volledige aanvraag wordt toegelaten tot de loting, zonder inhoudelijke selectie vooraf.
Indien het stadsdeel wel voornemens is de aanvragen vergelijkend te toetsen aan de beschreven inhoudelijke criteria had dit moeten worden opgenomen in de gepubliceerde nadere regels voor de verlening van een vergunning voor de markt op afstand ‘Markt Zuidas’.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.