Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Naar aanleiding van de Toeslagenaffaire, waarbij tienduizenden burgers jarenlang ten onrechte als fraudeur werden bestempeld, heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen om onder meer de Nederlandse bestuursrechtspraak te laten onderzoeken door de Venetië Commissie. Dit is de eerste keer is dat Nederland over zichzelf advies vraagt aan deze commissie. Maar wat doet de Commissie van Venetië precies en waar baseert zij haar advies op?
De Europese Commissie voor Democratie door Recht, ook wel de Commissie van Venetië genoemd, werd in 1990 opgericht door het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Achtergrond vormde de val van de Berlijnse Muur en de daarmee gepaard gaande omwenteling in Oost-Europa eind jaren tachtig. De voormalig Oostbloklanden verlangden een mogelijke toelating tot de Raad van Europa. Hiervoor waren ingrijpende aanpassingen van hun rechtssystemen vereist. Zo was het onder andere nodig dat hun grondwetten dusdanig werden aangepast dat deze een kader zouden bieden voor democratie, rechtsstaat en grondrechten. Deze grondwet moest vervolgens verder worden uit gewerkt in organieke wetgeving die daaraan nader handen en voeten zou geven. De Commissie van Venetië heeft zich sinds die tijd ontwikkeld tot een gezaghebbende raadgever voor alle lidstaten van de Raad van Europa (en een aantal staten daarbuiten).
De Commissie van Venetië heeft verschillende functies. In deze blog wordt enkel de belangrijkste functie van de Commissie, te weten: het geven van opinies – adviezen – over (ontwerp)wetgeving van een specifiek land besproken. De adviezen van de Commissie zien op het constitutionele recht in brede zin. Zij adviseren over grondwetsontwerpen en kwesties ter zake van specifieke grondwetsbepalingen. Daarnaast adviseert de commissie over de verenigbaarheid van nationale wetgeving met het EVRM en de grondwet. Zij kijken hierbij in het bijzonder naar de vrijheidsrechten; houdbaarheid van kiesstelsels in het licht van democratiebeginselen; de balans in de positie van het parlement en de regering/ president ten opzichte van elkaar; de eisen vanuit de trias politica en het recht op een eerlijk proces; minderhedenbescherming; decentralisatie enzovoort.
Als beoordelingsmaatstaf gebruikte de Commissie de standaarden inzake de onafhankelijkheid van de rechtspraak alsmede de standaarden ten aanzien van constitutionele hoven, zoals deze door de Commissie zijn uitgewerkt in de zogeheten ‘Rule of Law Checklist’. Belangrijke thema’s van deze checklist zijn: De overeenstemming van wetgeving en overheidsoptreden met de grondwet; de voorzienbaarheid en toegankelijkheid van wetgeving en rechtelijke beslissingen; de wettelijke waarborgen tegen willekeur en machtsmisbruik (détournement de pouvoir) door de overheid; het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel; de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht en de individuele rechters; en de wettelijke waarborgen op een eerlijk proces.
In de motie wordt de Commissie van Venetië vooral advies gevraagd over de Nederlandse bestuursrechtspraak. Voor deze vraag is het thema over de rechterlijke macht interessant. De ‘Rule of Law Checklist’ bevat kritische vragen met betrekking tot de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en van de individuele rechters.
Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vereist volgens de checklist de afwezigheid van externe druk en manipulatie door met name de uitvoerende macht. Hierbij wordt niet enkel gekeken naar de rechterlijke macht als geheel maar ook naar rechters als individu. De ‘Rule of Law Checklist’ stelt vragen als: Zijn de basisprincipes van rechterlijke onafhankelijkheid, inclusief doelstelling procedures en criteria voor benoemingen, ambtstermijn en discipline en verwijderingen, vastgelegd in de grondwet of gewone wetgeving?; Worden rechters benoemd voor het leven of tot de pensioengerechtigde leeftijd?; Is de benoeming en bevordering van rechters gebaseerd op relevante factoren, zoals als bekwaamheid, integriteit en ervaring? Zijn deze criteria wettelijk vastgelegd? Voor het antwoord op deze vragen wordt vooral ook gekeken naar de perceptie van de burger met betrekking tot de rechter.
Daarnaast besteed de ‘Rule of Law Checklist’ aandacht aan de rechtszekerheid van burgers. De ‘Rule of Law Checklist’ acht vooral rechterlijke beslissingen belangrijk voor de mate van rechtszekerheid. Aangezien rechterlijke beslissingen de wet kunnen vaststellen, uitwerken en verduidelijken, is de toegankelijkheid van deze beslissingen essentieel. Ook de motivering van rechters in hun beslissingen dient goed te zijn. De Rule of Law Checklist stelt met betrekking tot dit onderwerpen vragen als: Zijn toegekende uitzonderingen voldoende gerechtvaardigd?
De Afdeling bestuursrechtspraak had al een zelfonderzoek ingesteld naar aanleiding van de toeslagenaffaire. De Commissie van Venetië zal nu ook worden verzocht onderzoek te doen. We zullen zien of de conclusies van beide onderzoeken overeenkomen.
Deze blog is geschreven in samenwerking met Hèlen Haaijer. Hèlen is op dit moment aan Wieringa verbonden als student-stagiaire.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.