icon

Hoe om te gaan met geluidsoverlast tijdens een intelligente lockdown

Ten gevolge van de maatregelen die zijn genomen om verdere verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, zijn mensen momenteel veelal aan huis gekluisterd. Zo’n 44% van de werkenden zijn (meer) thuis gaan werken, kinderen gaan niet naar school en mensen zijn massaal in huis en in de tuin aan het klussen. De samenkomst van al die activiteiten, die normaal gesproken redelijk van elkaar gescheiden zijn, is een bron van ergernis en geschillen. Met name geluidsoverlast veroorzaakt door bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden of erg lawaaierige buren kan een extra zware belasting opleveren. Als het maken van afspraken en overleg niet tot een oplossing leidt, dan is het in bepaalde gevallen mogelijk om juridische stappen te zetten. Niet tegen elke vorm van geluidsoverlast kan echter opgetreden worden. In een notendop kan civielrechtelijk worden opgetreden tegen de geluidsoverlast die kwalificeert als onrechtmatige hinder en kan (door het bevoegd gezag) bestuursrechtelijk worden optreden tegen geluidsoverlast die in strijd is met bestuursrechtelijke regelgeving. In het vervolg van deze blog zal een korte schets worden gegeven van de regelgeving.

Onrechtmatige hinder

De Hoge Raad hanteert een vast toetsingskader om vast te stellen of (geluids)overlast dient te kwalificeren als onrechtmatige hinder in de zin van artikel 5:37 BW. Hierbij wordt onder meer gekeken naar de aard, ernst, duur en het tijdstip waarop de overlast plaatsvindt en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden (HR 15 februari 1991, NJ 1992, 639 (Aalscholvers). Bij deze afweging moet rekening worden gehouden met de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend en de mogelijkheid om maatregelen te nemen ter voorkoming van schade. Mede van belang is ook of de klager zich voor of na het ontstaan van de hinder op een bepaalde plaats heeft gevestigd. Wanneer de overlast al bestond voordat de klager zich vestigde, heeft deze namelijk een ‘zekere mate van hinder’ eerder te dulden.

Een interessante vraag is hoe deze toets uitpakt in een geschil dat voortkomt uit de intelligente lockdown. Dit zal afhangen van de omstandigheden van het geval. Enerzijds zal gelden dat vanwege de vele tijd die men noodgedwongen thuis doorbrengt geluidsoverlast indringender kan worden ervaren. Dat kan betekenen dat er een grotere verantwoordelijkheid rust op buren om eventuele overlast te beperken. Anderzijds is het natuurlijk ook zo dat buren niet van elkaar kunnen verlangen de hele dag muisstil te zijn. Vooral niet als er kinderen wonen die niet naar buiten mogen.

Bestuursrechtelijke regelgeving

Ook in het bestuursrecht zijn regels opgenomen met betrekking tot geluidsoverlast, zij het gefragmenteerd. Dat komt doordat er veel verschillende geluidhinderbronnen waarover verschillende wetgeving is. Voor een overzicht verwijzen wij naar de website van het ministerie van I&W.

In artikel 8.3 Bouwbesluit 2012 is ten aanzien van bedrijfsmatige bouwwerkzaamheden vastgelegd dat deze alleen mogen plaatsvinden tussen 7.00 uur ’s ochtends en 19.00 uur ’s avonds. Het aantal decibel dat de werkzaamheden mogen veroorzaken is ook aan regels gekoppeld.

Verder zijn in de meeste Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) regels omtrent geluidsoverlast opgenomen. Artikel 5.5 APV Amsterdam stelt bijvoorbeeld:
‘Het is verboden toestellen, geluidsapparaten of machines in werking te hebben, of anderszins handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving hinder wordt veroorzaakt of toe te laten dat deze handelingen worden verricht.’
Een vergelijkbare bepaling kan in de APV van de meeste gemeentes worden gevonden. In de APV zelf zijn over het algemeen geen normen opgenomen aan de hand waarvan kan worden vastgesteld wat hinder is. Ten aanzien van geluidsoverlast veroorzaakt door bedrijven wordt in de rechtspraak vaak aansluiting gezocht bij de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsnormen. De bestuursrechtelijke toets heeft in vergelijking tot de civielrechtelijke toets vaker een meer geobjectiveerd karakter. Dit maakt dat de coronacrisis mogelijk minder invloed van invloed zal zijn op de door de bestuursrechter gehanteerde toets.

Welke regelgeving is op uw situatie van toepassing?

Kortom, of u beter voor de bestuursrechtelijke of de civielrechtelijke weg kunt kiezen voor het tegengaan van geluidsoverlast is een vraag die per geval beantwoord moet worden. Bovendien sluit het één het ander niet uit. Het voordeel van de bestuursrechtelijke weg is dat vrij laagdrempelig is. Het voordeel van de civielrechtelijke weg is dat meer omstandigheden dan enkel concrete geluidsnormen een rol kunnen spelen.

Deze blog is mede tot stand gekomen door bijdragen van Ruth Beijen, momenteel verbonden aan Wieringa Advocaten als student stagiair.

Heeft u vragen?

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Hoe om te gaan met geluidsoverlast tijdens een intelligente lockdown

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief