Praktijkgebieden: Huurrecht
Tijdens de Coronacrisis kan het aflopen van een tijdelijk huurcontract voor problemen zorgen en daarom heeft minister Van Veldhoven van Milieu en Wonen op 6 april 2020 het spoedwetsvoorstel ‘Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Tijdelijke huurcontracten kunnen straks voor een bepaalde periode verlengd worden.
In een eerder blog beschreven wij de Wet doorstroming huurmarkt. Met de invoering van deze wet werd het mogelijk om tijdelijke huurovereenkomsten aan te gaan die door het verstrijken van de tijd van rechtswege eindigen. Met de spoedwet krijgen huurders de mogelijkheid tot tijdelijke verlenging van een dergelijke huurovereenkomst. De huurovereenkomst wordt in dat geval niet automatisch verlengd voor onbepaalde tijd, maar voor een korte periode. Belangrijk aandachtspunt is dat de reguliere wettelijke bepalingen van toepassing blijven op een met de spoedwet verlengde tijdelijke overeenkomst. Ook bij de verlengde tijdelijke overeenkomst zal de verhuurder de huurder opnieuw tijdig moeten informeren over het feit dat de huurovereenkomst eindigt.
Het wetsvoorstel is van toepassing op tijdelijke huurovereenkomsten die eindigen na 31 maart 2020 en voor 1 juli 2020. De huurovereenkomst kan tijdelijk worden verlengd met één, twee of drie maanden, maar niet tot een datum later dan 1 september 2020. Hiermee komt volgens de memorie van toelichting tot uiting dat de voorgestelde tijdelijke wet gericht is op een voorziening voor de duur van de crisis. Mocht de Coronacrisis langer duren, kan de genoemde termijn worden verlengd.
De verhuurder dient op grond van de huidige regelgeving maximaal drie maanden en uiterlijk een maand voor het eindigen van de termijn de huurder schriftelijk te informeren over het feit dat de huurovereenkomst eindigt. Op grond van het wetsvoorstel moet de verhuurder bij deze aanzegging de huurder ook informeren over de mogelijkheden van tijdelijke verlenging van de overeenkomst op grond van deze wet. Deze informatieplicht geldt vanaf het moment dat de wet in werking treedt. Verhuurders dienen de datum van de inwerkingtreding van de wet dus goed in de gaten te houden, evenals het tijdig verzenden van de nieuwe aanzegging, die snel na de verlenging alweer de deur uit moet.
De huurder moet het verzoek tot tijdelijke verlenging bij de verhuurder indienen binnen een week nadat de verhuurder de aanzegging van het eindigen van de huurovereenkomst heeft gedaan. De verhuurder kan vervolgens binnen een week na ontvangst van het verzoek een verlenging enkel weigeren indien hij de woning:
Deze redenen kunnen worden ingeroepen indien de verhuurder voor 1 april 2020 de verplichting is aangegaan en ziet op een datum die is gelegen voor het verstrijken van de door de huurder verzochte verlenging.
Voorts kan de verhuurder weigeren in te stemmen als de huurder zich niet heeft gedragen zoals een goed huurder betaamt. Hierbij valt volgens de memorie van toelichting te denken aan het feit dat een huurder misbruik maakt van de tijdelijke stop huisuitzettingen, wanneer de verhuurder een opgebouwd dossier over ernstige overlast heeft of wanneer er criminele activiteiten plaatsvinden in het gehuurde. Als er geen sprake is van één van bovenstaande weigeringsgronden kan de verhuurder nog verzoeken dat de rechter bepaalt dat de huurovereenkomst op een eerder tijdstip eindigt dan het door de huurder verzochte tijdstip. Zolang de rechter nog niet heeft beslist op het verzoek blijft de huurovereenkomst van rechtswege van kracht.
Als de aanzegging door de verhuurder na 12 maart 2020 is verstuurd, maar voor de invoering van de wet, dient de huurder het verzoek tot tijdelijke verlenging binnen een week na de datum van de inwerkingtreding van deze wet in te dienen. Ook huurders dienen de datum van inwerkingtreding van de wet dus goed in de gaten te houden als zij gebruik willen maken van de mogelijkheid tot verlenging. In dat geval geldt overigens een andere regel dan in het voorgaande beschreven: huurder en verhuurder kunnen gezamenlijk overeenkomen dat de huurovereenkomst tijdelijk wordt verlengd, de huurder kan dus niet eenzijdig de huurovereenkomst verlengen.
Na inwerkingtreding zal de wet terugwerken tot en met 1 april 2020. De verplichting van de verhuurder om de huurder te informeren over de mogelijkheden van deze wet geldt pas vanaf inwerkingtreding en werkt dus niet terug tot 1 april 2020. Verhuurders hoeven tot het moment van inwerkingtreding van de wet huurders in de aanzegging dus nog niet te wijzen op de aankomende mogelijkheid om de huurovereenkomst te verlengen.
Deze tijdelijke wet kan voorkomen dat huurders tijdens de Coronacrisis hun woning moeten verlaten. Het voordeel voor verhuurders hierbij is dat de tijdelijke huurovereenkomst niet van rechtswege voor onbepaalde tijd wordt verlengd en dat de woningen bewoond blijven tijdens de Coronacrisis. Wij raden verhuurders aan de inwerkingtreding van de wet goed in de gaten te houden, vanaf dat moment moeten zij huurders bij hun aanzeggingen wijzen op de mogelijkheden die de wet biedt. Verder is het voor verhuurders van groot belang om goed in de gaten te houden dat ook voor verlengde huurovereenkomsten de regels omtrent het aanzeggen van het einde van de huurovereenkomst worden nageleefd. Komt de verhuurder deze ‘aanzegplicht’ niet na, dan heeft dit tot gevolg dat de huurovereenkomst alsnog van rechtswege voor onbepaalde tijd wordt verlengd.
Marjolein Zinkhann is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied huurrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.