Praktijkgebieden: Schaarse rechten
Aan de boom van de rechtspraak over schaarse vergunningen is een nieuwe loot ontsprongen met de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van 28 augustus jl.: ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen in het centrum van Amsterdam zijn schaarse vergunningen (uitspraak 1 en uitspraak 2).
Het innemen van een ligplaats met een bedrijfsvaartuig op het Amsterdamse binnenwater is verboden. Het college kan een ligplaatsvergunning verlenen. Voor het centrum geldt het besluit "Instelling beëindiging vergunningverlening bedrijfsvaartuigen binnenstad en havenatlasgebied" van het college van 17 december 1996 (hierna: het Instellingsbesluit). Bij het Instellingsbesluit heeft het college besloten dat alleen aanvragen om een ligplaatsvergunning voor bedrijfsvaartuigen die uiterlijk op 18 december 1996 ligplaats hadden in de binnenstad of het Havenatlasgebied worden beoordeeld op de vraag of sprake kan zijn van vergunningverlening. Aanvragen voor een ligplaatsvergunning voor een nieuw neer te leggen bedrijfsvaartuig die zijn ingediend na 18 december 1996 worden afgewezen.
De Afdeling overweegt dat uit het Instellingsbesluit volgt dat voor het aantal te verlenen ligplaatsvergunningen een plafond bestaat. Om deze reden onderschrijft de Afdeling dat het hier gaat om een schaarse vergunning.
De Afdeling overweegt voorts dat het verbod zich richt op bedrijfsvaartuigen, die gericht moeten zijn op het uitoefenen van watergebonden activiteiten of de aan- of afvoer van materialen over water om voor vergunning in aanmerking te komen. Daaruit volgt volgens de Afdeling dat een ligplaatsvergunning alleen voor een economische activiteit wordt verleend en met de betrokken bedrijfsvaartuigen economische activiteiten worden verricht. Het college heeft zich daarom terecht op het standpunt gesteld dat het hier gaat om een vergunning voor een economische activiteit, zo luidt de conclusie in beide uitspraken.
Vanwege onze betrokkenheid bij deze uitspraken volstaan wij met signaleren ervan. Wij menen dat het in het belang van de rechtszekerheid is dat rechtzoekenden op de hoogte blijven van de ontwikkeling van het rechtersrecht inzake de schaarse vergunningen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.