Praktijkgebieden: Vastgoed
Op 30 januari 2018 is de Wet VET inclusief amendement over het afschaffen van de gasaansluitplicht aangenomen door de Tweede Kamer en op 3 april 2018 door de Eerste Kamer. De Wet VET beoogt de Gaswet en de Elektriciteitswet uit 1998 te moderniseren en helpt de energietransitie om Nederland te verduurzamen en gasvrij te maken. In de Wet VET wordt met dat doel voor ogen onder meer de gasaansluitplicht voor kleinverbruikers bij nieuwbouw geschrapt. Het kabinet heeft daar kennelijk haast mee: hoewel er nog onduidelijkheden zijn en één en ander nog moet worden uitgewerkt, treedt de Wet VET al per 1 juli 2018 (gefaseerd) in werking.
De thans geldende gasaansluitplicht volgt uit artikel 10 lid 6 van de Gaswet en artikel 6.10 van het Bouwbesluit 2012. Enerzijds heeft de netbeheerder (op twee uitzonderingen na) de taak om klein- en grootverbruikers van gas te voorzien van een aansluiting op het gastransportnet als zij daarom verzoeken. Anderzijds zijn gebouweigenaren verplicht tot aansluiting op het gasdistributienet bij een aansluitafstand die niet groter is dan 40 m of wanneer de aansluitkosten niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 m indien er aan de NEN voorwaarden uit artikel 6.9 Bouwbesluit 2012 wordt voldaan.
Met ingang van 1 juli 2018 vervalt de taak van de netbeheerder om ook kleinverbruikers op het gastransportnet aan te sluiten. Omdat netbeheerders in beginsel alleen maar wettelijke taken mogen uitvoeren, houdt dit in feite een verbod op het aansluiten van nieuwbouw voor kleinverbruikers op het gastransportnet in. De verplichting tot aansluiting van nieuwbouw voor kleinverbruikers op het gastransportnet zal nog wel gelden in door het college van b&w aan te wijzen gebieden waar aansluiting op het gastransportnet om zwaarwegende redenen van algemeen belang noodzakelijk is. Dezelfde uitzondering zal gaan gelden voor gebouweigenaren. Nieuw is ook de aan het college van b&w toegekende bevoegdheid om gebieden aan te wijzen waar netbeheerders geen nieuwe gasaansluitingen meer mogen verzorgen. Van deze bevoegdheid mag alleen gebruik worden gemaakt indien er is voorzien in alternatieve voorzieningen. Een college van burgemeester en wethouders meldt een besluit als hierboven bedoeld aan de Autoriteit Consumenten Markt (ACM). De ACM zal deze besluiten op haar website publiceren. Met dit bevoegdhedenpakket krijgen gemeentes een belangrijke regierol in de verduurzaming. De gedachte hierachter is dat de gemeentes meer inzicht hebben in de lokale wensen en mogelijkheden en zodoende beter kunnen bepalen welke energieaansluiting passend is.
Onder het overgangsrecht van de Wet VET is op aanvragen voor omgevingsvergunningen voor het bouwen van bouwwerken die zijn ingediend vóór 1 juli 2018 het oude regime nog van toepassing. Op aanvragen die worden ingediend na 1 juli 2018 is het nieuwe regime van toepassing. Dit betekent dat projectontwikkelaars dan goed moeten nagaan of het college van b&w een gebied als uitgezonderd heeft aangewezen.
Hoewel de datum van inwerkingtreding rap nadert, is de Wet VET nog niet helemaal uitgewerkt en uitgekristalliseerd. Momenteel wordt de ministeriële regeling uitgewerkt die meer aanknopingspunten zal moeten bieden over de mogelijkheid om een gebied aan te wijzen waar aansluiting op het gastransportnet om zwaarwegende redenen van algemeen belang noodzakelijk is. Uit de wettekst blijkt tot dusverre enkel dat kan worden gedacht aan maatschappelijke kosten en baten. Ook wordt er nog gesproken over een zogeheten ‘inkeerregeling’, waarmee bewerkstelligd zou moeten worden dat reeds voor datum inwerkingtreding (en dus onder het oude regime) goedgekeurde projecten met aardgasaansluitingen ook aardgasvrij kunnen worden gerealiseerd. Ten slotte heeft Minister Ollongren uitgesproken dat – vanwege de snelle ingangsdatum van de Wet VET – een uitzondering kan worden gemaakt bij dreigende vertraging van de bouw. Het is immers te voorzien dat nieuwbouwprojecten die nu in het ontwerpproces zitten en waarvoor niet vóór 1 juli 2018 een aanvraag kan worden gedaan, vertraging zullen oplopen omdat het ontwerpproces gedeeltelijk opnieuw zou moeten.
Vooralsnog geldt dus dat de Wet VET zal ingaan op 1 juli 2018 en dat in beginsel alle nieuwbouwprojecten voor kleinverbruikers vanaf 1 juli aardgas vrij dienen te zijn. Projectontwikkelaars zijn aldus gewaarschuwd!
Deze bijdrage is mede tot stand gekomen door Loes Philipsen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.