Praktijkgebieden: Schaarse rechten
Carnaval staat voor de deur en aan de verzameling uitspraken over welke vergunningen schaars zijn en welke niet, is sinds 19 januari 2018 een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant toegevoegd over evenementenvergunningen.
De uitspraak gaat over partycentrum ‘De Cranehoeve’ en carnavalsvereniging ‘De Pintewippers’. Zij hadden beide een evenementenvergunning aangevraagd voor het organiseren van carnavalsevenementen op dezelfde locatie in Gastel en voor ongeveer dezelfde periode (carnaval). De burgemeester had de evenementenvergunning verleend aan De Pintewippers omdat die als eerst een aanvraag had ingediend en omdat die al jaren ervaring had met het organiseren van festiviteiten rondom carnaval in de regio. Omdat het planologisch niet mogelijk was om het evenement van De Cranehoeve op die locatie óók te vergunnen, is de evenementenvergunning van De Cranehoeve geweigerd.
De Cranehoeve probeerde hier via een voorlopige voorziening een stokje voor te steken. De Cranehoeve voerde daarin onder meer aan dat de evenementenvergunning een schaarse vergunning is. De achterliggende gedachte van die stelling was dat de verdeling van schaarse vergunningen moet verlopen middels een transparante procedure waarbij potentiële gegadigden gelijke kansen krijgen om mee te dingen naar zo’n vergunning. De Cranehoeve meende niet (voldoende) in de gelegenheid te zijn geweest mee te dingen naar de evenementenvergunning.
De voorzieningenrechter volgt De Cranehoeve niet in dit standpunt. Volgens de voorzieningenrechter is de evenementenvergunning in kwestie geen schaarse vergunning omdat er geen sprake is van een vooraf kenbaar, beperkt aantal beschikbare vergunningen. Het staat De Cranehoeve vrij om op hetzelfde moment op een andere daartoe geschikte locatie een vergelijkbaar evenement te organiseren. Dat zij ervoor kiest om dat niet te doen, doet daar niet aan af.
Hoewel summier gemotiveerd, lijkt mij dat het oordeel van de voorzieningenrechter in lijn is met de voorhanden rechtspraak over schaarse vergunningen zoals ook is samengevat door AG Widdershoven in zijn conclusie van 25 mei 2016. Daaruit blijkt dat er sprake kan zijn van een schaarse vergunning als er sprake is van fysieke schaarste (in de zin dat beschikbare natuurlijke hulpbronnen schaars zijn), technische schaarste (in de zin dat bruikbare technische mogelijkheden schaars zijn) of beleidsmatige schaarste (in de zin dat een beleidsmatig plafond aan het aantal te verlenen vergunningen is gesteld). Van geen van deze varianten lijkt in dit geval sprake.
De Cranehoeve ligt dus nu de keuze voor tussen het afgelasten van het carnavalsevenement of het verplaatsen daarvan.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.