Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Reorganisaties
Het rommelt al een tijdje op bestuurlijk niveau in het zuiden van Limburg. Daar is de bestuurlijke fusie van de gemeente Heerlen met de gemeente Landgraaf onderwerp van discussie. Begin 2017 heeft de gemeenteraad van Landgraaf het door het college van Landgraaf voorgestelde herindelingsontwerp voor een gemeentelijke fusie met de gemeente Heerlen verworpen. Als tegenreactie kondigde Gedeputeerde Staten (GS) aan om binnen een week op grond van artikel 8 lid 2 Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi) zelf een herindelingsontwerp te zullen vaststellen. Het college van Landgraaf viel kort daarna. GS heeft vervolgens woord bij daad gevoegd en het herindelingsontwerp Landgraaf-Heerlen vastgesteld. Het nieuw benoemde college van Landgraaf heeft daartegen een bezwaarschrift ingediend. GS heeft dat bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard.
Het college van Landgraaf liet het daar niet bij zitten. Zij diende beroep in. Tegelijkertijd verzocht zij aan zowel de civielrechtelijke als de bestuursrechtelijke voorzieningenrechter de vaststelling van het herindelingsontwerp te schorsen. Dit heeft tot de inhoudelijk en procedureel interessante uitspraak van 5 juli 2017 van de rechtbank Limburg geleid.
De voorzieningenrechter heeft eerst zijn bestuursrechtelijke pet opgezet en geoordeeld dat het bezwaar van het college terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Ontvankelijkheid vereist dat een belanghebbende bezwaar of beroep instelt tegen een besluit, zijnde een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt. Met een rechtshandeling wordt bedoeld een handeling gericht op een extern rechtsgevolg. De voorzieningenrechter overweegt dat het herindelingsontwerp geen extern rechtsgevolg heeft maar onderdeel is van de wettelijke procedure voor gemeentelijke herindeling die uiteindelijk door een wet in formele zin tot stand komt. Daar komt bij dat de wetgever beoogd heeft om rechtsbescherming in de vorm van bezwaar en beroep uit te sluiten. Zodoende staat er bij de bestuursrechter geen rechtsgang open tegen de vaststelling van een herindelingsontwerp.
De voorzieningenrechter zet vervolgens zijn civielrechtelijke pet op om te toetsen of de vaststelling van het herindelingsontwerp onrechtmatig is jegens de gemeente Landgraaf. De voorzieningenrechter overweegt dat GS de procedurevoorschriften vanuit de Wet Arhi heeft gepasseerd door het herindelingsontwerp vast te stellen zonder voorgeschreven overleg met het college, in de wetenschap dat de gemeente Landgraaf op dat moment geen volwaardig college meer had. De Hoge Raad heeft echter in het Tegelen-arrest de regel neergelegd dat de rechter niet mag toetsen of bij de voorbereiding en behandeling van een wet procedurevoorschriften zijn geschonden. Dat geldt zowel in de fase vóór de totstandkoming als na de totstandkoming van een wet. Het uitgangspunt is dus het exclusieve primaat van de wetgever. Wat in de wetgevingsprocedure gebeurt, wordt getoetst in de wetgevingsprocedure zelf, door de wetgever. Dat betekent niet dat er geen toets plaatsvindt, maar wel dat de toets wordt uitgevoerd door de wetgever en niet door de rechter. Het is dus aan Provinciale Staten om in het kader van het herindelingsadvies een oordeel over de handelwijze van GS uit te spreken.
Het valt op dat de rechter in één vonnis zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk uitspraak doet. Een zeer praktische insteek, waaraan jammer genoeg geen overweging wordt gewijd.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.