Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat een bestemmingsplan zich niet verzet tegen kortdurend en incidenteel gebruik in strijd met dat plan.
Het moet dan wel gaan om zeer incidentele vormen van gebruik. Zo oordeelt de Afdeling in een uitspraak van 3 maart 2010 dat een festival van één dag, waarbij het opbouwen en afbreken van de bijbehorende voorzieningen verscheidene dagen duurt, niet als incidenteel kan worden aangemerkt en dus moet worden beoordeeld op basis van het bestemmingsplan.
In een andere uitspraak oordeelt de Afdeling dat een schuttersfeest van drie dagen, met een week opbouwtijd en enkele dagen afbouw, niet als zodanig incidenteel kan worden aangemerkt dat van strijd met het bestemmingsplan geen sprake is.
Het gebruik van een terrein voor slechts één tot twee keer per jaar voor kortdurend parkeren werd echter als dermate kortdurend en incidenteel beoordeeld, dat de bestemmingsplanvoorschriften zich daartegen niet verzetten. Ook een jaarlijks evenement dat enkele uren duurt wordt als kortdurend en incidenteel beoordeeld, zo volgt uit een uitspraak van 2014.
De rechtspraak hierover is dus vrij streng. Bij twijfel is het raadzaam om tijdig een omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik aan te vragen. Hiermee kunnen eventuele handhavingsperikelen tijdens het evenement worden voorkomen.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.