Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
In deze blog signaleer ik het arrest van het Europees Hof van Justitie van 1 oktober jl. Het Hof geeft antwoord op de door de Afdeling bestuursrechtspraak gestelde vragen over toepassing van de Dienstenrichtlijn op de exploitatievergunningen voor rondvaart door de Amsterdamse grachten.
In algemene zin was aan de orde of de Dienstenrichtlijn in de weg staat aan de praktijk in Amsterdam om het aantal vergunningen voor rondvaart aan een maximum te verbinden onder meer ter bescherming van de openbare orde en milieu en deze vergunningen voor onbepaalde tijd te verlenen.
Het Hof heeft uitgesproken dat de Afdeling bestuursrechtspraak nader dient te verifiëren of met de activiteit in hoofdzaak verstrekking van een vervoersdienst wordt beoogd, waarop de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is, dan wel dat er sprake is van een consumentendienst op het gebied van toerisme waarop de richtlijn wel van toepassing is. Daarvan is sprake volgens het Hof indien de dienst ertoe strekt de afnemers ervan het aangename kader van een feestelijke bijeenkomst te verschaffen meer dan het vervoer van de ene plaats naar de andere in de stad Amsterdam te verschaffen. Het Hof duidt de activiteit in kwestie als het tegen betaling passagiers diensten verstrekken op een boot tijdens rondleidingen op de binnenwateren van een stad als partyverhuur. De Afdeling bestuursrechtspraak moet hierover een uitspraak doen.
Op de partyboot in kwestie zal de Afdeling waarschijnlijk de Dienstenrichtlijn van toepassing achten. Of dit tevens het geval zal zijn voor de categorie van rondvaart die voorziet in lijndiensten, waarbij het vervoersaspect van de ene plaats naar de andere voorop staat, zonder dat er nadere diensten worden verschaft, staat niet vast.
Indien de Dienstenrichtlijn van toepassing is dan is het volgens het Hof niet toegestaan om vergunningen voor onbepaalde tijd te verlenen terwijl het aantal vergunningen aan een maximum is verbonden.
Wellicht reden om in het kader van de Verordening op het binnenwater terug te gaan naar de categorie lijndiensten, waarin voorheen werd voorzien. Voor de toepassing van de Dienstenrichtlijn is dit een relevant onderscheid.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.